dinsdag 7 oktober 2008

De volheid van de Geest (6) : Hoe wij vervuld worden met de Geest

Hoe komen wij aan de vervulling met de Heilige Geest?

Verwachtingsvol gebed (Hand 1,4-8).

Celgroepen in een reformatorische kerk in Zuid-Afrika

Gesprek met Ds. Dirkie van der Spuy over celgroepen in Moreletapark

De vrouw in wiens huis wij in Pretoria mogen verblijven had voor mij een afspraak geregeld met ds. Van der Spuy. Hij is één van de predikanten van de grootste Nederduitsch Gereformeerde Kerk: Moreletapark, een gemeente met 7.000 leden. De vraag is: hoe houd je zo'n gemeente levend, betrokken, fris, groeiend? Ds. Dirkie heeft het antwoord...
Nadat ik door de assistent van ds. Dirkie was binnengelaten, verwelkomde hij mij, vroeg mij te gaan zitten, en begon meteen een formulier in te vullen met mijn naam, telefoonnummer en emailadres. Daarna stelde hij vele vragen. Wat ik in Zuid-Afrika deed, wie mijn contact was, hoe ik tot bekering was gekomen, wat mijn passie was, hoe het geestelijk leven in de Nederlandse kerk was, hoe wij thuis vroeger huisgodsdienst hielden.
Daarna vroeg ik hem over de celgroepen in NG gemeente Moreletapark. Hij vertelde hoe het begonnen was, dat ze als gemeenteleiding op zoek waren gegaan (in 1988 of omtrent) naar een verbetering van het peil van het geestelijk leven van de kerk. Ze hadden dit in allerhande dingen gezocht, maar niet gevonden. Dingen zoals stille tijd verbeteren, evangeliseren, leiderschapstrainingen brachten allemaal om een of andere reden niet wat ze zochten. Toen ontdekten ze in de Bijbel een belangrijke sleutel voor geestelijke groei, namelijk de kleine groep, waarin de koinonia, de gemeenschap der heiligen, beoefend werd. In het Nieuwe Testament kenden de mensen van de christelijke gemeente elkaar, kwamen ze bij elkaar, deelden zij dingen met elkaar, was er onderlinge liefde en zorg, droegen ze elkaars lasten. Zoiets wordt pas mogelijk wanneer je op kleine schaal bij elkaar bent, en elkaar regelmatig ziet. Zo begonnen ze kleine groepen te vormen binnen de gemeente. Dit werkte. De gemeente begon te groeien, zowel in de diepte als in de breedte. Want het naar elkaar omzien trok andere mensen aan.
De grootte van de groep is circa 3 tot 8 gezinnen (slechts om de grootte aan te geven; niets ten nadele van alleenstaanden). Deze broeders en zusters komen op wekelijkse basis bij elkaar thuis. De nadruk ligt op het naar elkaar omzien, dus vragen naar elkaars situatie, daarin helpen en voorbede doen. Ook wordt er bijbelstudie gedaan, maar men wil vermijden dat het alleen hier om zou gaan. Voor de studie zijn vragen beschikbaar, die door een centrale commissie worden voorbereid. In de groep zijn op een natuurlijke wijze leiders aangewezen. Deze worden als het ware door de groep via gebed ontdekt, of dienen zich spontaan aan. De cel- of ‘omgeegroep’ biedt een ideale context om de geestelijke gaven te ontdekken en uit te oefenen. In een grote massa zou het gewone gemeentelid verdwijnen. Binnen een eredienst is het ook lastig om gaven als hulpvaardigheid uit te oefenen. Voor de duidelijkheid: de zondagse eredienst blijft gewoon bestaan. Het is niet of-of, maar en-en.
Om te voorkomen dat de groepen weggroeien van de grote kerk, wordt er goed toezicht gehouden. De leiders hebben contact met voogden, de voogden met herders, de herders met ds. Dirkie, die de celgroepcoördinator is. In de grote eredienst is er gelegenheid voor getuigenis vanuit de celgroepen. Volgens ds. Dirkie leidt de vorming van kleine groepen niet tot extra tegenstellingen binnen de kerk, of tot een wegdrijven van de groep van de kerk omdat ze eigen ideeën gaat ontwikkelen, of aan zichzelf genoeg heeft. De groepen versterken de kerk, omdat de warmte en enthousiasme die men onderling ervaart, afstraalt naar het grotere geheel. Het mogelijk misbruik van een goed concept sluit het goede gebruik niet uit.
Wil een kerk geestelijk volwassen worden, niet alleen groeien in de breedte maar ook in de diepte, dan is het nodig dat elk lid zijn door de Geest gegeven gave uitoefent. De meeste gaven hebben een kleine groep nodig om zichzelf te verwezenlijken. Kortom: een kerk die wil groeien naar geestelijke volwassenheid heeft celgroepen nodig waarbinnen de gemeenschap der heiligen zich kan ontplooien.
Aan het eind nodigde de dominee me uit om eens een avond in zo’n groep mee te maken, welke uitnodiging ik graag aanvaarde. We hebben alleen nog geen concrete datum afgesproken, en het zal in verband met de zomervakantie ook lastig worden.

Ik kan de reformatorische kerken in Nederland, waaronder onze Mattheüskerk in Utrecht, het concept van de kleine groep die regelmatig bijeenkomt alleen maar aanraden. Het zal de gemeenschap bevorderen, en daarmee nieuw leven geven.

zaterdag 16 augustus 2008

Kol 1,28 : iedereen tot volmaaktheid in Christus brengen.

Graag zet ik mijn handtekening onder de volgende woorden van Paulus:

Strijd in dienst van Christus

24 Ik ben blij dat ik nu voor u lijd en dat ik in mijn lichaam mag aanvullen wat er nog aan Christus’ lijden ontbreekt, ten behoeve van zijn lichaam, de kerk,
25 waarvan ik de dienaar ben. Met het oog op u heeft God mij die dienende taak toevertrouwd, opdat zijn boodschap in al haar volheid verkondigd wordt:
26 het mysterie dat in alle eeuwen en voor alle generaties verborgen is geweest, maar nu aan zijn heiligen onthuld is.
27 Aan hen heeft God bekend willen maken hoe glorierijk dit mysterie is voor alle volken: Christus is in u, hij is uw hoop op goddelijke luister.
28 Hem verkondigen wij wanneer we iedereen waarschuwen en in alle wijsheid onderrichten, om iedereen tot volmaaktheid in Christus te brengen.
29 Daarvoor span ik mij in en strijd ik met zijn kracht, die volop in mij werkzaam is.

Wie tekent er mee?

Luister hier naar een preek over de woorden uit vers 27 'Christus in u' van ds. Etienne Maritz.

De volheid van de Geest (5) : Vervulling en vernieuwing

Twee andere kerntaken van de Geest zijn vervulling en vernieuwing.

De Geest vervult
Ef 5,18 - Bedrink u niet, want dat leidt tot uitspattingen, maar laat de Geest u vervullen.

Met de uitstorting van de Geest kwam Hij in volheid beschikbaar voor iedere gelovige. Iedere gelovige krijgt deel aan de Geest wanneer hij Christus aanneemt. Hij wordt dan ook gedoopt in/met de Geest. Zoals de waterdoop een intreden is in een nieuw leven, betekent de doop met de Geest dat men wordt ingelijfd in het volk van Jezus. De doop is een nieuw begin: men maakt krachtig kennis met de Heilige Geest. In Handelingen worden overal waar de rivier van de Geest zijn doorgang vindt mensen door die stroom meegesleurd: dat is hun Geestesdoop. Zij worden helemaal met de Geest vervuld. Deze doop is de eerste keer dat zij zo vervuld worden; zij lopen helemaal over.
De vervulling met de Geest is in zekere zin een herhaling van wat er tijdens de Geestesdoop plaats heeft gevonden. Het is een hernieuwing van de Geestesdoop. Maar juist omdat het een hernieuwing is, ontbreekt daar het unieke, kennismakende karakter van de doop met de Geest aan, die die doop zo'n grote kracht verleende.
Waarmee verult de Geest? Met Gods aanwezigheid, met Gods heerlijkheid, met Gods kracht en met Gods liefde. Het is God die de gelovige door Zijn Geest met Zichzelf vervult. Het is niet de bedoeling dat de gelovige deze genadige geschenken voor zichzelf houdt. Juist blijkt in Handelingen dat de vervulling met de Geest leidt tot getuigen. Het is een bekrachtiging tot dienst.


De Geest vernieuwt

Wanneer er een hemelse gast in ons hart woont, zal dat tot openbaring komen. Het zal merkbaar zijn dat God in ons leven is gekomen. Het is geen gast die vriendelijk glimlachend op zijn stoel blijft zitten, maar Iemand die invloed wil uitoefenen in ons hart. De Geest is de onzichtbare persoonlijke kracht die orde gaat aanbrengen in de chaos van ons leven. Hij wijst ons genadig en voorzichtig de zonde aan, en leidt ons naar het kruis. Hij leidt ons naar Christus. Vanuit diens opstanding valt vernieuwing te verwachten. De Geest is de kracht waardoor Christus op kon staan, en diezelfde Geest werkt nu in ons. Wat een vernieuwing zal dat opleveren! Wanneer we ons maar door die hemelse gast lieten leiden. Hij vernieuwt ons tot het evenbeeld van Christus. Worden we betere mensen nadat ze tot bekering zijn gekomen? Ik meen van wel.


De Geest leidt

De kinderen van God zijn herkenbaar aan dat zij zich door de Geest laten leiden (Rom 8,14). Dat wil zeggen: zij laten zich door Hem gezeggen. Hij openbaart Gods wil, op grond van Gods Woord en het leven van Jezus, en leert ons die wil van harte volgen. Wanneer wij door de Geest wandelen, dan wordt wat de Wet eist in ons vervuld (Rom 8,4). Hoe wonderlijk! Niet dat wij ons uitstrekken om zelf de Wet te vervullen. Wij strekken ons uit naar de Geest van Christus, die (de Geest) ons bij de Wet houdt en in ons de Wet vervult.


Goede literatuur is John Stott, Doop en vervulling met de Heilige Geest, Novapres Hoenderloo.

dinsdag 24 juni 2008

De volheid van de Geest (4) : De Geest van Christus

Dat de Geest de Geest van Christus is, en Christus en de Geest haast vereenzelvigbaar zijn, valt op te maken uit

Rom 8 : 9b U laat u leiden door de Geest, want de Geest van God woont in u (...) 10 Als Christus echter in u leeft ...

Wanneer we het hebben over de volheid van de Geest, dan hebben we het over de volheid van Christus. De Geest is het die de volheid van Christus present stelt, ertoe toegang geeft.

De Geest is een eigen Persoon (Jezus noemt Hem de andere trooster/pleitbezorger), heeft ook een eigen persoonlijkheid. Toch wil Hij de persoonlijkheden van Vader en Zoon vooral vertegenwoordigen, present stellen.

Wat is met name het werk van de Geest met betrekking tot Jezus?
  • Vertegenwoordigen
  • Hij vertegenwoordigt de Zoon en getuigt van Hem.
    Joh 15,26 - Wanneer de pleitbezorger komt die ik van de Vader naar jullie zal zenden, de Geest van de waarheid die van de Vader komt, zal die over mij getuigen.

  • Verlichten
  • Hij wordt de Geest van de waarheid genoemd (Joh 14,17). Hij leidt in de volledige waarheid (Joh 16,13). Hij kent immers de diepten van God (1Kor2). Hij verlicht het hart (Ef1,17-18) en vult het met kennis van Christus.

  • Verheerlijken
  • Hij verheerlijkt Christus. Hij leidt tot Christus' rijkdommen en prijst die voor onze ogen en oren aan.
    Joh 16,14 - Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal het u verkondigen (SV).

  • Verbinden aan Christus
  • De Geest brengt gemeenschap met Christus tot stand. Hij opent het hart, brengt de mens onder Christus' heerschappij, en maakt gaandeweg de band steeds nauwer, zodat het steeds meer werkelijkheid wordt: zonder Mij kun je niets doen (Joh 15,5).

maandag 23 juni 2008

Van zelfhandhaving naar ontvankelijkheid

'Spirituele groei houdt in dat de grondhouding van zelfhandhaving geleidelijk overgaat in een grondhouding van vertrouwensvolle overgave.'

Ph. Troost, Christus ontvangen. Gereformeerd en charismatisch: leren van elkaar (Kampen: Kok 2006) p.128-129.

Een verschil dat alles uitmaakt: bij jezelf blijven of in Hem gevonden worden.
Geestelijke groei heeft dus iets te maken met van jezelf weggroeien, tenminste, voor zover 'jezelf' het vleselijke pogen om op eigen kracht je leven op te bouwen betreft. En groeien naar Iemand die meer kaas heeft gegeten van hoe een mens zegenrijk en bloeirijk kan leven.

Goed boek trouwens, dat van Troost.
.

dinsdag 27 mei 2008

De moeilijkheid

Al het gepraat over volheid en rijkdom kan het gevoel oproepen: wee mij! moet ik dat allemaal gaan leren kennen? Je kunt overweldigd worden door de grootheid van God, maar tegelijk machteloosheid voelen bij de gedachte dat dit allemaal door jou ervaren of gekend zou moeten worden.
Ik denk dat dit niet de bedoeling is van God. Zijn bedoeling is dat we samen met alle heiligen de lengte, breedte, hoogte en diepte leren zien van Gods heil en de liefde van Zijn Zoon. Dat is een fantastische uitdaging! Laat het niet vermoeiend op ons overkomen, maar verfrissend, bemoedigend, aansporend, inspirerend, kracht gevend!
Een gedeelte van die heiligen leeft in onze omgeving: in de gemeente waar wij deel van uit maken. In de gemeenten zijn geestelijke gaven van verschillende soort aanwezig, wat de bedoeling heeft dat de leden van de gemeente elkaar aanvullen. Ook in het kennen en doorgeven van de volheid van Christus en de Geest. Niettemin zullen sommige weldaden van Christus en sommige zegeningen van de Geest meer worden gekend en benadrukt dan andere. Moeten we hier moeilijk over gaan doen? Meten we gaan eisen dat in elke gemeente het totaal van Gods weldaden in al zijn geledingen op alle tijden evenveel aandacht krijgt? Dat lijkt me een onmenselijke en onchristelijke opgave. Laten we de ruimte houden om gezond onevenwichtig te kunnen zijn. Het gaat nu eenmaal zo in de kerkgeschiedenis in het groot en in het klein dat soms de nadruk hier op ligt en soms weer daarop. Niettemin mag bij dit alles de balans in de gaten gehouden worden. Maar ook in evenwichtigheid kunnen we doorschieten! Dan wordt alles zo saai, staat het enerzijds tegenover het anderzijds, wordt er niets meer ondernomen, wordt de prikkel overal uit gehaald.

Ef 3,14 Daarom buig ik mijn knieën voor de Vader,
15 die de vader is van elke gemeenschap in de hemelsferen en op aarde.
16 Moge hij vanuit zijn rijke luister uw innerlijke wezen kracht en sterkte schenken door zijn Geest,
17 zodat door uw geloof Christus kan gaan wonen in uw hart, en u geworteld en gegrondvest blijft in de liefde.
18 Dan zult u met alle heiligen de lengte en de breedte, de hoogte en de diepte kunnen begrijpen, 19 ja de liefde van Christus kennen die alle kennis te boven gaat, opdat u zult volstromen met Gods volkomenheid.

donderdag 22 mei 2008

Leerdienst als oefenplek om geestelijk volwassen te worden

Graag wil ik doorgeven wat een broeder in het ND schreef. Volgens mij zitten we wel op een lijn, als ik het zo eens lees.

" (...) De nieuwe leerdienst is een mooie plaats om dat leren zelfdoen een plek te geven. Wanneer de dienst over bidden gaat, horen we niet alleen een preek over het gebed, maar worden we ook met elkaar aan het bidden gezet. Een gebedstijd in kleine groepjes of één waarbij iedereen die wat op zijn hart heeft, op kan staan om een gebed uit te spreken. Of er wordt vooraf aan een paar gemeenteleden gevraagd om in de dienst te bidden.

Als de leerdienst over de geloofsbelijdenis gaat, leren we als gemeente ons geloof te belijden. De geloofsbelijdenis die normaal door de predikant wordt uitgesproken wordt nu door gemeenteleden gedaan. Dat kan ook door het uitspreken van een geloofsbelijdenis in eigen bewoordingen of een getuigenis. (
...)

Aanbidding heeft ook een belangrijke plaats in het leren kennen van Gods heil. Het 'halleluja' uit de Psalmen betekent in het Nederlands letterlijk 'Prijst God!' Daar worden we toe opgeroepen. God laat zijn heil zien aan wie Hem lof offert en eert (Ps. 50:23). Een beter zicht op Gods heil krijgen we dus niet alleen door een goede uitleg ervan, maar ook door het aanbidden van God, vanuit ons hart en met onze mond.

Om tegen allerlei vreemde leringen bestand te zijn, is het ten slotte nodig op te groeien tot de volwassenheid in Christus. Dat kan als iedereen in de gemeente steeds meer wordt toegerust en gebruik gaat maken van de gaven die God gegeven heeft (Efeze 4). Het is belangrijk dat die gaven in de samenkomst van de gemeente worden ingezet. Zo kunnen ze worden ontdekt, uitgeprobeerd, kunnen ze groeien en verder ontwikkelen. Het doel is Christus leren kennen door te blijven in de waarheid en elkaar lief te hebben.

In Hebreeën 6 worden we aangespoord niet steeds bij het leren van de eerste fundamenten te blijven, maar juist door te groeien naar de volwassenheid in Christus. De catechismus als leidraad voor het leren van de gemeente heeft zeker zijn betekenis, maar is niet voldoende. Die blijft juist jaarlijks bij dezelfde eerste fundamenten stilstaan. Doorgroeien in Christus met de Heilige Geest als leraar, is wat God graag wil (Joh 16:12-15)."

Erik Koning (CGK Deventer), ND van vrijdag 16 mei 2008. Lees hier het volledige stuk.

Wat hij kernachtig verwoordt, is het principe dat we groeien in geestelijke volwassenheid als we de dingen niet alleen horen en snappen, maar ook daadwerkelijk in praktijk brengen. Dat we zelf verantwoordelijkheid gaan dragen voor dingen. Dat we niet alleen hoorders zijn, maar ook sprekers en daders. In de weg van bidden, van getuigenissen geven, van vragen stellen, van bemoedigen, vindt de stroom van het Evangelie een weg door ons heen, en dat zal ons verdiepen. Het inzetten van de gaven is gericht op de stichting van de gemeente, en in het inzetten zullen we merken dat ook wij gesticht worden.

dinsdag 20 mei 2008

De volheid van de Geest (3) : Persoon, kracht en gave

Wij moeten de ene dimensie van de Geest niet in concurrentie brengen met de andere dimensie.

De Geest is zowel Kracht als Persoon. Als Persoonlijke Kracht is Hij de PK van elke gelovige. Wij moeten Hem niet magisch benaderen, als een onpersoonlijke kracht waar we met een druk op de knop over kunnen beschikken, die we kunnen controleren. We moeten Hem ook niet ongelovig rationeel benaderen, alsof Hij niet tot grote daden Gods in staat is.

De Geest is de gave van God. Hij is de beloofde gave van de nieuwe tijd. Hij is het voorschot op het eeuwige leven. Hij overbrugt de tijd tussen de nog niet voltooide gestalte van het Koninkrijk nu en de volmaakte gestalte van het Koninkrijk straks. Hij helpt ons in die spanning te leven en staande te blijven. Als voorschot is Hij ook voorsmaak van het eeuwige leven.
  • Verblijven en vertroosten
    Jh 14,16 - Dan zal ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger [SV: Trooster] te geven, die altijd bij je zal zijn: 17 de Geest van de waarheid. De wereld kan hem niet ontvangen, want ze ziet hem niet en kent hem niet. Jullie kennen hem wel, want hij woont in jullie en zal in jullie blijven.

  • Versterken
    Hand 1,8 - Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde.

vrijdag 16 mei 2008

De volheid van de Geest (2) : Zijn veelzijdig werk

Wat doet de Geest met ons?

Verschonen - Hij geeft ons deel aan de afwassing van onze zonden door het bloed van Jezus
Verheerlijken - Hij richt de schijnwerpers op Christus
Verblijven - Hij woont in ons als de presentie van God. Hij vertegenwoordigt Vader en Zoon
Vernieuwen - Hij maakt ons nieuw, herstelt het beeld van God in ons
Vervullen - Hij vervult ons met zichzelf
Verlichten - Hij verlicht ons verstand en leert ons goddelijke wijsheid
Versterken - Hij bekrachtigt ons tot dienst, stelt ons tot grote dingen in staat
Vertroosten - Hij is de helper/trooster, die ons bijstaat, en voor ons bidt
Verbinden - Hij is de grote Bruggenbouwer (in tegenstelling tot Diabolos), die God en mensen, en mensen onderling verbindt

Kortom, Hij is de Auteur van een veelkleurig werk.

De volheid van de Geest (1) : Teksten

Enkele teksten over de gave van de Heilige Geest en Zijn volheid

Jh 3,34 - Hij die door God gezonden is, spreekt de woorden van God, en God schenkt de Geest in overvloed.

Lk 11,13 - Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je kinderen al goede gaven schenken, hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan niet de heilige Geest geven aan wie hem erom vragen.

Hd 7,55 - Maar vervuld van de heilige Geest sloeg Stefanus zijn blik op naar de hemel en zag de luister van God, en Jezus, die aan Gods rechterhand stond.

Ef 3,18 - Bedrink u niet, want dat leidt tot uitspattingen, maar laat de Geest u vervullen.

De volheid van Christus (5) : Hoe wij die krijgen

Hoe krijgen wij die volheid van Christus nu in de ervaring?

Allereerst moet gezegd worden dat wij geen weldaden van Christus ontvangen wanneer wij geen deel aan Hem hebben. Wij krijgen deel aan Hem door de Heilige Geest en het geloof. Het geloof legt de hand op Christus, de Heilige Geest brengt deze verbinding tot stand. Het geloof ontvangt Christus en al Zijn weldaden.
Tot geloof in Christus komen wil dus zeggen: van Christus worden en Hij van ons; in vereniging met Christus komen. De eenheid die zo ontstaat is onbreekbaar sterk. Het is de gemeenschap met Christus.
Deze gemeenschap is zowel objectief als subjectief. Dat wil zeggen: het heeft een kant, die niet direct ervaren wordt, maar er wel is; en het heeft een ervaringskant.

De Heilige Geest zoekt ons steeds nauwer aan Christus te verbinden, steeds meer gemeenschap tussen ons beiden te stichten. De Geest is het kanaal waardoor Jezus zelf en Zijn goedheden naar ons toe komen. Zo spreekt het doopformulier bijvoorbeeld over de wens en de functie van de Geest: '…en ons tot lidmaten van Christus heiligen wil, ons toe-eigenende hetgeen wij in Christus hebben, namelijk, de afwassing onzer zonden, en de dagelijkse vernieuwing onzes levens…'
En de Catechismus, in vr/antw 53 zegt over de Heilige Geest: '…Ten tweede dat Hij ook mij gegeven is, om mij door waar geloof aan Christus en al zijn weldaden deel te geven…'

Het geloof oefent zich om op Christus te rusten, maar ook om Hem te ontmoeten vanuit wat over Hem geopenbaard is in de Schrift. Daar wordt duidelijk wat Zijn volheid omvat. Het geloof zoekt in Christus' volheid te vinden wat het voor het dagelijks leven nodig heeft. Daarbij valt te denken aan de dingen die boven onder de weldaden zijn opgesomd.

Hoewel alle heil en goedheid en leven in Christus is, is het het doel van de Geest om dat in ons uit te werken. Het goede blijft niet hoog opgetast in Christus liggen, maar wordt in ons overgebracht.

Wij mogen zeggen: alles in Christus is van ons. Tegelijk moeten wij het nog ontvangen!

Tot slot deze uitspraak, die men als aansporing moet lezen: 'De volheid en rijkdom van een geïntegreerd geestelijk leven is geheel afhankelijk van een vol antwoord op de volheid en rijkdom van Jezus Christus.' (Overduin, Worden als een man, p56)

dinsdag 13 mei 2008

De volheid van Christus (4) : Wat het omvat

Christus en al Zijn weldaden

Efeze 1,3 Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in de hemelsferen, in Christus, met talrijke geestelijke zegeningen heeft gezegend.

De gereformeerde belijdenis spreekt over ‘Christus en al Zijn weldaden’. Hier klinkt iets door van de volheid die er in Christus is. Hoewel Christus absoluut niet van Zijn weldaden te scheiden is, wil ik deze wel graag in onderscheiding behandelen.

‘Christus…’

Het gaat ons om de persoon van Christus. Met Hem zijn wij verbonden. Hij is ons eigendom, wij zijn Zijn eigendom (beide aspecten zitten in vr/antw 1 van de HC). Wij hebben deel aan Hem, en delen zo in Zijn weldaden. Maar het gaat ons allereerst om Hem als het Leven zelf. De gaven die Hij geeft hebben niet de hoogste prioriteit.
Wat is er in Hem dat ons aanspreken kan? Er is een volheid aan deugden of voortreffelijkheden die ons tot aanbidding kan brengen. Jezus is
  • rechtvaardig
  • zachtmoedig
  • majestueus
  • nederig
  • genadig
  • wijs
  • machtig
  • waar
  • gehoorzaam
  • liefdevol
  • heerlijk

Hij is de Leeuw maar ook het Lam. Hij is verheven en nabij. Hij regeert en Hij dient. Jonathan Edwards zegt dat Jezus eigenschappen in zich draagt die voor ons normaal gesproken niet te verenigen zijn. Dat is ook het wonder. Bij Jezus kan het samengaan. Hij is God en mens. Dit wonderlijke samengaan is alleen al een reden tot aanbidding.


‘…en al Zijn weldaden’

Wie Christus heeft, heeft Zijn weldaden. Wat wordt er met dit wat ouderwetse woord bedoeld? Je zou het kunnen weergeven met het woord uit Ef1,3: 'geestelijke zegeningen.' Maar misschien moet het nog iets specifieker gesteld worden. Christus' weldaden omvat alle vruchten van Zijn middelaarswerk, het werk wat Hij heeft gedaan op aarde om God en mens bij elkaar te brengen. Dat begint met het komen naar de aarde; het is ook Zijn gehoorzaamheid aan de Vader tijdens Zijn rondtrekken over deze aarde, dat is Zijn gewillig vernederd worden door de mensen, met als dieptepunt Zijn lijden en sterven aan het kruis. Daar hoort bij Zijn opstaan uit de dood, en Zijn opvaren naar de hemel. Alle vruchten die op grond van dit werk voor ons beschikbaar zijn geworden, zijn de weldaden van Christus. Christus heeft ze verdiend, en Hij deelt ze uit. Waar moeten we dan aan denken? Calvijn noemt in Institutie II.16.19 een rij van deze zegeningen op (vetgedrukte woorden in onderstaande tekst):

'Indien men zaligheid zoekt, door de naam Jezus zelf wordt ons geleerd, dat ze bij Hem is; indien men andere gaven des geestes begeert, welke dan ook: in zijn zalving zullen ze gevonden worden; zoekt men sterkte: in zijn heerschappij is ze; reinheid: ze vertoont zich in zijn ontvangenis; goedertierenheid: in zijn geboorte, door welke Hij ons in alles gelijk geworden is, opdat Hij zou leren mede te lijden; zoekt men verlossing: in zijn lijden is ze te vinden; vrijspraak: in zijn veroordeling; kwijtschelding van de vloek: in zijn kruis; genoegdoening: in zijn offerande; reiniging: in zijn bloed; verzoening: in zijn nederdaling ter helle; doding des vleses: in zijn graf; nieuwheid des levens: in zijn opstanding; onsterfelijkheid: eveneens in zijn opstanding; beërving van het hemelse Koninkrijk: in zijn hemelvaart; bescherming, onbekommerdheid, overvloed en rijkdom van alle goederen: in zijn Rijk; een rustig afwachten van het oordeel: in de macht die Hem gegeven is om te oordelen. Kortom, daar in Hem de schatten van alle soort van goederen zijn, moeten ze tot verzadigens toe uit Hem geput worden en niet van elders.'

Dit alles behoort tot de rijkdom van het kind van God. Wat een overvloed! Het is voor ons de uitdaging, de kunst, de opdracht, het voorrecht, of hoe je het ook zien wilt, om uit deze zegeningen te putten. Zij zijn in Christus van ons. Tegelijk moeten we ze leren toe-eigenen en gebruiken.

De kerk van Christus staat vandaag voor de blijde taak om te leren zien wat Christus voor ons heeft verworven; om zich bewust te worden dat dat alles van hen is geworden, omdat zij deel hebben aan Hem; om hiervan stil te worden en God de dank en aanbidding te brengen; om deze rijkdom niet ongebruikt te laten liggen, maar er dankbaar gebruik van te maken. Wanneer wij de grote rijkdom ons te binnen brengen, en het alles overzien, beseffen wij dat wij niet met een beetje ervan kunnen leven. Het zou een belediging van het werk van Christus zijn. Wij strekken ons uit naar de volheid van Christus.

Wij kunnen er niet een ongelimiteerde hoeveelheid van ophalen en het in onze voorraadkamers opslaan. Het blijft altijd van Christus, daar moeten we het halen. Het is net als met het manna, dat elke dag opnieuw geraapt moest worden. Deze wetenschap houdt ons dicht bij Christus.

maandag 12 mei 2008

Geestelijke volwassenheid


Wat houdt geestelijke volwassenheid onder meer in?
- Dat je leert hoe alles te doen als christen.
- Een groei in realiteit, je beleeft meer en meer wat er in de Bijbel staat.
- Een groei in inzicht, in geestelijk inzicht (Hebreeën 5:14; 1 Kor 2:15)
- Een toename van geestelijke (levens)ervaring. Dan heb je allerlei dingen op geestelijk gebied al eens meegemaakt.

Bron: http://www.solcon.nl/schriftgezag/wordbest/basprak5.doc


dinsdag 6 mei 2008

De volheid van Christus (3) : Namen en ambten

Christus heeft een veelheid aan namen, die iets over Zijn wezen en functie zeggen. Wij kennen Hem vooral als 'Here Jezus Christus'. Deze drieledige naam of titel geeft een wereld van genade en heil weer.
De naam 'Here' wijst op Zijn machthebbende positie. Hij is Heer van de wereld, en Heer van de Kerk, van de gelovigen. Deze positie is Hem door Zijn Vader verleend. Als Heer heeft Hij recht op heel ons leven.
De naam 'Jezus' werd voorgeschreven door Gabriël, de gezant van God (Mt1,21; Lk1,31-33). Het wijst op het werk dat Jezus moest gaan doen: zalig maken (redden, bevrijden) van zonden. Jezus ging Gods heil aanbrengen.
De naam 'Christus' wijst op Zijn aanstelling : gezalfd. In het Oude Testament werden leiders door zalving aangesteld tot hun taak. Jezus is door God gezalfd tot profeet, priester en koning. Hij heeft de Geest gekregen om dit werk te kunnen doen (Js61,1 ev).
Profeet, priester en koning worden ook wel de ambten van Christus genoemd. De Heidelberger Catechismus spreekt in vraag 31 aldus:
Waarom wordt Hij Christus, dat is Gezalfde, genoemd?
Antwoord: Omdat Hij door God de Vader is aangesteld en met de Heilige Geest gezalfd tot onze hoogste Profeet en Leraar, tot onze enige Hogepriester en tot onze eeuwige Koning. Als Profeet en Leraar heeft Hij ons de verborgen raad en wil van God over onze verlossing volkomen geopenbaard. Als Hogepriester heeft Hij ons met het enige offer van zijn lichaam verlost en blijft Hij met zijn voorbede steeds bij de Vader voor ons pleiten. Als Koning regeert Hij ons met zijn Woord en Geest, en beschermt en bewaart Hij ons bij de verworven verlossing.
Wat in dit antwoord opvalt is de blijvende geldigheid van deze ambten, en het blijvende werk wat Christus via deze ambten ons ten goede verricht. De ambten openbaren een volheid van genade en heil in Christus, 'Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid, en heiligmaking, en verlossing' (1Co1,30).

vrijdag 2 mei 2008

De volheid van Christus (2) : Teksten

Calvijn schrijft over de weldaden van Christus. Deze zijn in Christus te vinden en worden ons door de Heilige Geest meegedeeld.
Deze weldaden behoren tot de volheid van Christus. Dat is een breed begrip. Je zou kunnen zeggen: al het goede, ware en schone wat er in Christus te vinden is. Hieronder een aantal teksten daarover:

Joh 1,14 - Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid [of: genade] en waarheid, en wij hebben zijn grootheid [heerlijkheid] gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. (...) 16 Uit zijn overvloed [volheid] zijn wij allen met goedheid overstelpt.

Joh 10,10 - Een dief komt alleen om te roven, te slachten en te vernietigen, maar ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid.

Ro 5,17 - Als de dood heeft geheerst door de overtreding van één mens, is het des te zekerder dat allen die de genade en de vrijspraak in zo’n overvloed hebben ontvangen, zullen heersen in het eeuwige leven, dankzij die ene mens, Jezus Christus.

Ef 1,22-23 - Hij heeft alles aan zijn voeten gelegd en hem als hoofd over alles aangesteld, voor de kerk, 23 die zijn lichaam is, de volheid van hem die alles in allen vervult.

Ef 4,13 - totdat wij allen samen door ons geloof en door onze kennis van de Zoon van God een eenheid vormen, de eenheid van de volmaakte mens, van de tot volle wasdom gekomen volheid van Christus.

Kol 1,19 - ...in hem heeft heel de volheid willen wonen...

Kol 2,9-10 - Want in hem is de goddelijke volheid lichamelijk aanwezig, 10 en omdat u één bent met hem, het hoofd van alle machten en krachten, bent ook u van die volheid vervuld.

De volheid van Christus (1) : introductie door Calvijn

Section 19. Conclusion of the whole chapter, showing that in Christ the salvation of the elect in all its parts is comprehended.

When we see that the whole sum of our salvation, and every single part of it, are comprehended in Christ, we must beware of deriving even the minutest portion of it from any other quarter. If we seek salvation, we are taught by the very name of Jesus that he possesses it; if we seek any other gifts of the Spirit, we shall find them in his unction; strength in his government; purity in his conception; indulgence in his nativity, in which he was made like us in all respects, in order that he might learn to sympathise with us: if we seek redemption, we shall find it in his passion; acquittal in his condemnation; remission of the curse in his cross; satisfaction in his sacrifice; purification in his blood; reconciliation in his descent to hell; mortification of the flesh in his sepulchre; newness of life in his resurrection; immortality also in his resurrection; the inheritance of a celestial kingdom in his entrance into heaven; protection, security, and the abundant supply of all blessings, in his kingdom; secure anticipation of judgement in the power of judging committed to him. In fine, since in him all kinds of blessings are treasured up, let us draw a full supply from him, and none from any other quarter. Those who, not satisfied with him alone, entertain various hopes from others, though they may continue to look to him chiefly, deviate from the right path by the simple fact, that some portion of their thought takes a different direction. No distrust of this description can arise when once the abundance of his blessings is properly known.

Uit Institutie (1559), boek II, hoofdstuk XVI.

woensdag 30 april 2008

Het volle heil (2) : voortgang

Een belangrijke spits, zo niet de belangrijkste, van Gods heilsplan is onze heiligmaking, ons vruchtdragen voor Hem. Daarin komt Hij aan Zijn eer (Jh15,8; Ef1,4; Tit2,14). In ons vruchtdragen komt het werk van de Geest in ons tot uiting. Uit onze daden blijkt dat wij verloste mensen zijn.
Het is opvallend hoe vaak in de apostolische brieven wordt aangespoord om gevolg te geven aan de bekering, aan de roeping tot het kindschap Gods. Paulus maant voortdurend aan om volgens het geschiede heil te leven (Kol2,6-7; Flp2,12-13). Ook Petrus doet dat uitgebreid (2Pe1,3vv). Het leert ons vandaag dat wij niet stil moeten blijven staan in het geloof. Het geloof moet actief beoefend worden, in het zoeken van gemeenschap met God, in woord en werk, in het doden van de zonde, in de liefde. Vertraging in het geloofsleven leidt tot verachtering (achterblijven) en uiteindelijk tot afval, zegt de schrijver aan de Hebreëen.
De voortgang in het geloof is te typeren met 'geestelijke groei'. Groeien in het geloof. Groeien in de genade. Groeien in de kennis van Christus (2Pe3,18). Groeien in de kracht van de Geest van Christus. Het is allerminst een losgroeien van Christus, of een losgroeien van het begin van het geloof.
De eerste beginselen (Hb5,12) moeten aangevuld worden met ‘vervolgselen’. Dit aangevuld worden betekent nooit en te nimmer dat er van ons iets bij de genade moet, of dat wij aan ons heil bijdragen (zo klinkt wellicht het ‘aangevuld worden’, maar het is in een ander kader dan de rechtvaardiging). Wel betekent het dat wij het heil in blijmoedigheid uitwerken, en dat we volwassen worden in het geloof. Zodat we ook anderen kunnen leiden tot Christus, voor het eerst en opnieuw. Zodat we elkaar kunnen onderwijzen en ondersteunen. De gemeente als leer- en groeigemeenschap.
Dat het heil ook zijn sporen gaat trekken in het vervolg van het leven van een christen, heeft consequenties voor onze visie op Christus. Niet alleen is Hij onze Redder, maar ook onze Heer. Hij is de Gekruisigde en Opgestane. Over de volheid in Hem hoop ik volgende keer te schrijven.

Het volle heil (1) : begin en voortgang

Het heil begint in de hemel, in Gods heilsplan. Het wordt bewerkt in de geschiedenis, door Gods reddende daden in de geschiedenis van Israël, en in de persoon van Jezus Christus. De gebeurtenissen waarin dat in het bijzonder tot uiting komt, worden de heilsfeiten genoemd. Daartoe behoren de geboorte van Christus, Zijn lijden en sterven, Zijn opstanding en Zijn hemelvaart. In deze gebeurtenissen is Gods heil geconcentreerd.
Het heil gaat vanaf het kruis en het open graf de wereld in. Het wordt persoonlijk, in de levens van mensen, die Jezus als Redder aannemen. De Bijbel zegt dat als iemand met de de mond belijdt dat Jezus de Heer is en met zijn hart gelooft dat God hem uit de dood heeft opgewekt, hij zal worden gered (Ro10,9-10). Hij wordt vrijgesproken van zijn zonde, en verlost van de macht van de duivel en de zonde, treedt in in de gemeenschap van God, en is deelgenoot van het eeuwige leven.
Zo is er een aanvang van het heil (in Gods plan), een bewerking van het heil (in de heilsdaden in Jezus), en een uitwerking van het heil (in de levens van mensen).

Het heil is in Christus. Het is de Heilige Geest die middels het geloof de mens verenigt met Christus. Dankzij deze eenheid deelt de gelovige in alles wat Christus te bieden heeft (weldaden). Zijn wijsheid, rechtvaardigheid, heiligheid en verlossing worden deel van de gelovige. De Heilige Geest werkt deze dingen uit in het leven van de gelovige.
Als het gaat om het persoonlijke heil, wat ik boven de uitwerking van het heil in de levens van mensen heb genoemd, valt er te onderscheiden in begin en voortgang. Het begin is als mensen door het geloof met Christus worden verbonden, in Hem worden ingelijfd. Dit is het moment van de wedergeboorte, het tot geloof komen, de bekering (dingen die niet hetzelfde zijn, maar in dit kader wel ongeveer samenvallen). De voortgang is het leven in en door het geloof, het leven in gemeenschap met Christus, het leven waarop de Geest Zijn stempel gaat drukken. Dat doet Hij door de weldaden uit Christus (Zijn heiligheid, Zijn gezindheid, Zijn genade, Zijn liefde, Zijn gehoorzaamheid) werkelijkheid te laten worden in het leven van de gelovige. Kruis en opstanding hebben betekenis voor het begin van het geloofsleven, en houden die in de voortgang van het geloofsleven. In het begin wordt de mens beslissend verbonden aan kruis en opstanding; in het vervolg werken kruis en opstanding steeds dieper op het leven in.

maandag 28 april 2008

De volle waarheid (3) : het volle heil

Wil men versmallingen vermijden, dan is het zaak breed te blijven. Het versmalde heil moet weer het volle heil worden. Wij moeten zicht krijgen op de volle raad van God, op heel Gods heilsplan. Dat is nogal een opgave. Het zou betekenen dat men oog heeft voor
(a) zowel de menselijke als de kosmische dimensie van het heil
(b) zowel de geestelijke als de lichamelijke en psychische kant van het heil
(c) zowel de tijdelijke als de eeuwige dimensie van het heil
(d) zowel de individuele als de collectieve uitwerking van het heil
(e) zowel het begin als de voortgang van het heil.
Voor het overige richt ik me op (e). Zich richten op één van de aandachtsgebieden is ook een versmalling, maar naar ik hoop geen versmalling waarbij de rest wordt veronachtzaamd!
Maar eerst: wat is heil eigenlijk? Waar hebben we het nu voortdurend over? Heil betekent redding, bevrijding. In de Bijbel is het God die Zijn volk redt. Inherent aan redden is dat men ergens uit of van gered wordt. Zo zien we in het Oude Testament dat God Zijn volk bevrijdt uit de slavernij van Egypte, dat Hij hen menigmaal redt van hun vijanden. In het eerste geval haalt God Zijn volk weg uit de dreiging; in het tweede geval haalt God de dreiging weg van Zijn volk. Redden is in het laatste geval ontdoen van. De redding uit de nood heeft een doel, namelijk een situatie creëren waarbij er geen dreiging is, waarbij alles goed is. Een toestand waarin mensen vreedzaam kunnen wonen. Aan Israël werd na hun bevrijding uit Egypte een goed land beloofd, waar ze in vrede (= sjaloom, wat in essentie heelheid betekent) zouden gaan leven. Dit is de spits van het heil: een heilzame situatie. In het Nieuwe Testament staat de redding uit/van de zonden centraal. Over Jezus wordt gezegd: 'Hij zal Zijn volk redden van hun zonden.' (Mt 1,21). Hij zal hen niet alleen redden van hun zonden, maar ook van de heerschappij van de duivel, en ook van de dood. In plaats daarvan zal God hun Heer zijn en zullen ze bevrijd leven. En God zal hun het eeuwige leven geven, wat verband houdt met het kennen van God (Jh 17,3). Gods doel vanouds met de mens is om in gemeenschap met hem te leven, en dat de mens Hem zou eren en prijzen. Het Nieuwe Testament maakt duidelijk dat de redding bereikt wordt door de dood en de opstanding van Jezus. Zo breekt Hij de macht van de duivel en de dood en de zonde. Degenen die Hij in Zijn dood en opstanding heeft meegenomen, worden gered.
In engere zin betekent heil dus de redding zelf, de handeling van God die reddend is. God is degene die in onze redding voorziet, Jezus is degene die de redding (teweeg) brengt, de Geest is degene die de redding effectief maakt. De Geest draagt ons als het ware in het heil en het heil in ons. In ruimere zin verwijst heil ook naar de bron ('God is mijn heil', Ps 27,1) en de uitkomst van de reddende actie. Zo noemen we het eeuwige leven het heil dat God geeft. De gaven die God geeft op grond van het heil, zijn heilsgaven. Een zeer belangrijke daarvan is de Heilige Geest. In dit licht is ook het leven in de toestand van bevrijd zijn, leven uit de bevrijding, heil te noemen. Het totale heil omvat dus de bron, de totstandkoming en de uitkomst van Gods reddingswerk. Wat dit voor gevolgen heeft voor de verschillende dimensies die ik genoemd heb, met name voor (e), hoop ik later duidelijk te maken.

woensdag 23 april 2008

De volle waarheid (2) : versmallingen

De volle waarheid, jawel. Hoe snel gaan we echter niet met een deel van die waarheid aan de haal? Misschien iets typisch menselijks, om één deel van de werkelijkheid te gaan benadrukken, koesteren, beschermen; op één aambeeld hameren in de smidse die wel zelf hebben ingericht. Zichzelf tot één ding beperken betekent vaak dat de andere op de achtergrond geraken. Concentratie is versmalling.
Ook als het gaat om het heil, de verlossing door God, ligt er een aantal versmallingen op de loer. Enkele voorbeelden:
(a) Men spreekt alleen over het heil van de mens. Wat dan wordt vergeten, is de universele reikwijdte van het verlossingswerk van Christus. Over dat aspect schrijft Paulus aan de Kolossenzen wondermooie dingen (met name Kol 1,15-20). God heeft in de verlossing de hele schepping op het oog. De schepping ziet uit naar de verlossing (Rom 8). Het gaat naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
(b) Als het gaat om het heil voor de mens, vindt soms de versmalling plaats dat het heil vergeestelijkt wordt. Het gaat dan over de ziel van de mens die gered moet worden. Het leven met God wordt dan omschreven in termen van geestelijke activiteit. Hier schuilt het gevaar van wereldmijdende devotie. Ascese waarbij het lichaam ten koste van de ziel wordt verwaarloosd is niet Gods wil. Het heil heeft totus homo, de totale mens op het oog. Men zal ook oog moeten hebben voor het ongeestelijke heil.
(c) Een andere versmalling kan hierin bestaan, dat men het heil vertraging laat oplopen. Hiermee bedoel ik dat men het zwaartepunt van de verlossing legt in de periode na de wederkomst, de tijd van de heerlijkmaking. Hier beneden is het niet, en zal het nooit iets worden, is kort gezegd het motto. Dat men daarmee het heil van zijn hier-en-nu-karakter ontdoet, behoeft geen betoog (2 Cor 6,2).
(d) Als het gaat om het heil voor de mens, kan nog een reductie plaatsvinden, en wel die van collectief naar individueel. Het komt hierop neer dat de leden in de Gemeente als geïsoleerde geestelijke eenheden worden gezien, die ieder een eigen geestelijk leven hebben te leiden en een eigen geestelijke strijd hebben te voeren. Dat de Gemeente in een dergelijke heilsvisie niet de plek krijgt, die zij op grond van de brieven van Paulus wel behoort te krijgen, doet groot tekort aan de richting van het heil.
(e) Als laatste wil ik dit noemen. Er vindt een ernstige inperking van het Evangelie plaats, wanneer men over het heil alleen maar spreekt in woorden van ‘vergeving van zonden’, ‘bekering’, ‘wedergeboorte’, ‘rechtvaardiging’, ‘verzoening’. Van de legitimiteit van het gebruik deze diep bijbelse woorden mag men niets afdoen. Zij verdienen een fundamentele plek in ons spreken over het heil, een heel centrale plaats in de Gemeente en de theologie. Wanneer men het echter bij deze begrippen laat, brengt men toch, hoeveel heil er in deze woorden ook besloten ligt, aan het Evangelie een pijnlijke verminking toe. Heiliging, geestelijke groei, goede werken behoren ook bij het heil dat God heeft voorbereid (Ef 2,10).

Ik som de dreigende versmallingen even op: een veronachtzaming van de kosmische reikwijdte van het heil (a), een vergeestelijking van het heil (b), een eschatologisering van het heil (c), een individualisering van het heil (d), een ‘verbeginseling’ van het heil (e).

De volle waarheid (1)

Johannes 16:13 De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid. (NBV)

Handelingen 20:27 ...want ik heb niet nagelaten u al de raad Gods te verkondigen... (SV)

J. Overduin: 'Het alfabet van het geestelijk leven omvat meer letters dan a.b.c.' (Worden als een man, 46)

Niet alleen sola scriptura, maar ook tota scriptura!

zaterdag 19 april 2008

In alles voorzien

Wat zouden we zijn en waar zouden we moeten blijven als we aan onszelf waren overgelaten om na onze verlossing zelf voor bronnen te moeten zorgen om het goede te doen? Zucht van verlichting: God heeft voorzien. En God voorziet. Zie deze rijke tekst:

2 Petrus 1: 3 Zijn goddelijke macht heeft ons alles geschonken wat nodig is voor een vroom leven, door de kennis van hem die ons geroepen heeft door zijn majesteit en wonderbaarlijke kracht.
4 Hiermee zijn ons kostbare, rijke beloften gedaan, opdat u zou ontkomen aan het verderf dat de wereld beheerst als gevolg van de begeerte, en opdat u deel zou krijgen aan de goddelijke natuur. (NBV)

Of wat dacht je hiervan:

Efeze 2:10 Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken, welke God voorbereid heeft, opdat wij in dezelve zouden wandelen. (SV)

Veel wandelplezier!

vrijdag 18 april 2008

Zonde, belemmering van het Christusleven

Stelling: Zonde moet in zoverre bestreden worden als dat het de geestelijke groei (dat is: het leven vanuit Christus) belemmert.

Achtergrond: Er wordt wel eens gedacht dat het op zichzelf goed is als de gelovige zijn zondiger aard meer leert kennen, en hoe hij langer hoe meer ertegen leert strijden. Mijns inziens krijgt de zonde hier teveel eer. We moeten ervoor waken dat we het niet als doel in zichzelf gaan zien dat de zonde beseft wordt. Zo zou hij juist teveel voet aan de grond kunnen krijgen. De zonde zal er als macht altijd zijn, en zal altijd proberen zijn invloed uit te oefenen. Wij moeten ons echter richten op wat boven is, waar Christus is. En wanneer onze 'leden op de aarde' ons van dit positieve doel afhouden, moeten ze gedood worden (Kol 3,1-5).

maandag 14 april 2008

Meesterlijk werk over geestelijke volwassenheid

Wij hebben hier te maken met een fijnzinnig stukje geestelijk inzicht, dat door ds. J. Overduin ten toon wordt gespreid. Inzicht in persoonlijk geestelijk en kerkelijk leven. Een wijze kijk op het psychologisch en het geestelijk volwassenzijn. Een boek uit 1967, dat zijn kracht nog lang niet heeft verloren. Worden als een man is een parel van grote waarde.


Enkele citaten:

'Gezonde groei in de volwassenheid impliceert een voortdurende openheid en ontvankelijkheid, zij het ook met kritisch vermogen, waardoor ook zelfcorrectie mogelijk is. Eén van de kenmerken van psychische volwassenheid is dus een vastheid gepaard met soepelheid.' (23)

'Wij kunnen het ook zo zeggen: Wie elke zondag steeds uitnodigend het a.b.c. van het evangelie laat horen: "Kom tot Uw Heiland, toef langer niet", maar niet laat zien wat het inhoudt en wat de consequenties zijn van het bij en onder de Heiland leven, geeft altijd melk. Het alfabet van het geestelijk leven omvat meer letters dan a.b.c. En toch is het zo, dat al laat Gods Woord ons ook d, e, f, ja x, y, z van het verlossingswerk in Christus zien, wij nooit kunnen zeggen: ik a.b.c. niet meer nodig. Wij hebben alle letters nodig om geestelijk te leven.' (46)

'De volheid en rijkdom van een geïntegreerd geestelijk leven is geheel afhankelijk van een vol antwoord op de volheid en rijkdom van Jezus Christus.' (56)

'Ik ben bevreesd, dat wij als predikers, de gemeenten weleens op een te laag niveau laten rondscharrelen. Hoe kort waren de Joden en heidenen tot geloof gekomen, en tóch laten de apostelen hen niet leven uitsluitend bij "de eerste beginselen", bij het a.b.c. van het evangelie, al mogen zij er ook telkens weer op terugvallen.' (64)

'De geestelijk volwassenheid wordt niet alleen gekenmerkt door een overwinnend verwerken van het lijden, de beproevingen, het levenslot, dat nu eens als een onoplosbaar raadsel de mens dreigt te verpletteren en dan weer als een kastijding en loutering wordt ervaren, maar zij manifesteert zich ook in een steeds rijpere levensstijl door de Heilige Geest.' (69)

'Het volle Woord was wel in Christus bij hen [de discipelen], maar het volle antwoord werd nog al te zeer gemist.' (73)

'De onvolwassene is bang de minder-aangename feiten te aanvaarden. Hij ontvlucht of idealiseert.' (117)

'De ware mondigheid is daar, waar God zijn mond opendoet en wij geloven en aanbidden.' (196)


dinsdag 11 maart 2008

7 waarheden over geestelijke groei

1. Alle geestelijke groei vindt plaats uit het afgehandelde werk van Christus aan het kruis.
2. Geestelijke groei vindt plaats uit en in geloof. Het gaat niet zozeer om de emoties. Het is een werk in onze geest, in ons binnenste.
3. Geestelijke groei vindt plaats naarmate wij in Christus blijven en uit Hem leven.
4. Geestelijke groei vindt plaats als gevolg van toename in openbaring van Christus en ondervindingskennis met Christus. De Geest maakt onze geestelijke ogen open voor Christus. In onze wandel met Jezus groeien wij.
5. Ware geestelijke groei vindt plaats naarmate de geestelijke kennis in ons groeit. Dit gebeurt doordat de gelovige deel krijgt aan en kennis krijgt van
(a) de kracht van de opstanding
(b) de gemeenschap van Christus' lijden
(c) de gelijkvormigheid aan Zijn dood (Fil 3,10-11). Ware geestelijke groei is Christus' dood gelijkvormig te worden, gewillig om samen met Hem het kruispad te lopen en te sterven.
6. Ware geestelijke groei vindt in mijn binnenste plaats, in het proces van scheiding tussen mijn geest en mijn ziel (Heb 4,12). Ik word gesterkt in de geest, en leer af te zien van vertrouwen op de ziel (wil, verstand en emoties, die onafhankelijk van God optreden).
7. Ware geestelijke groei is op weg naar de volle grootte van Christus (Eph 4,13). Dit betekent geestelijke rijpheid en volwassenheid. Het betekent dat men geleerd heeft of leert vanuit Christus te denken en te leven, en vanuit de gezindheid van Christus te onderscheiden wat goed en verkeerd is.

Etienne Maritz, 'Geestelijke groei', Lezing vanuit Fil 3 en Heb 5.

Disclaimer: dubieus is stelling 6. Een dergelijke antropologie en leer van verbrokenheid overvraagt m.i. een tekst als Heb 4,12. Niettemin is het goed om aan de existentiële waarheid in de stelling vast te houden.

maandag 3 maart 2008

Geestelijke groei: in de breedte of in de diepte?

Er waait een missionaire wind door Nederland. Die waait soms maar waarheen hij wil. Af en toe krijg ik de indruk dat er sprake is van een hype. Meegaan in mode gaat ook aan de kerk niet voorbij. Er zijn ecclesiologen - niet per se in Nederland - die radicale uitingen doen als: 'de kerk is het enige instituut dat alleen bestaat voor anderen.' Of: 'God is een missionaire God, de kerk hoort ook missionair te zijn.'
Als onregelmatig schaker probeer ik dan even twee stappen vooruit te denken, en zie in gedachten al nieuwe mensen toetreden tot de kerk. Waarschijnlijk vol vuur en in hun eerste liefde. Maar daarna? Is er een opvanggelegenheid voor de tweede fase van pasgelovigen? Een groeitraject? Iemand die op de tweede lijn staat en hen opvangt, coacht, discipelt, wat niet al?
Het zou goed zijn als al de aandacht voor groei in de breedte niet ten koste gaat van groei in de diepte. Paulus zegt in Kolossensen 2,6-7: Nu gij Christus Jezus, de Here, aanvaard hebt, wandelt in Hem, geworteld en dan opgebouwd wordend in Hem, bevestigd wordend in het geloof, zoals u geleerd is, overvloeiende in dankzegging. Nieuwe gelovigen moet de gelegenheid worden geboden verder te kunnen groeien in Christus, om vaster in Hem te worden, wortel te schieten, een stabiel geloofsleven te ontwikkelen. Niet alleen in de preek moet daar aandacht voor zijn, maar ook in concrete handvatten zoals een mentoraatstraject, groeigroepen, catechese na de doop. En dit is niet alleen goed voor pasbekeerden!
Verrast werd ik door het evenwicht dat ik tegenkwam in Stefan Paas, De werkers van het laatste uur. Daar kwam ik een missionaire houding tegen, die zeker niet ten koste zal gaan van de groei van de gemeente in de diepte. Een soortgelijk accent ontmoette ik ook op een ontmoetingsdag van International Church Plant, 1 maart jl. Een babygelovige of een babygemeente moet een volwassene worden, die zich weer kan vermenigvuldigen, nieuwe gemeenten kan stichten. Dit alles niet zonder plan of strategie, maar met een realistische planning, zodat er tijd is voor gezonde groei.
Een kerk die alleen maar naar buiten gericht is, zal op den duur uithollen.
Een kerk die alleen maar naar binnen gekeerd is, zal op den duur dichtslibben.

woensdag 13 februari 2008

Geestelijke groei: automatisch?

Een plant groeit automatisch. Tenminste, als hij met z'n wortels in de grond staat, voldoende water, zuurstof en zonlicht krijgt. Daarnaast moet hij niet teveel last hebben van concurrentie in de buurt: andere planten of onkruid die hem kunnen verstikken, overschaduwen of op een andere manier hem het leven zuur maken.
Hoe zit dat met een discipel van Jezus? Groeit hij ook automatisch? Ja en nee. Als hij een levend geloof heeft, is hij een rank in de wijnstok Christus geworden. Uit deze wijnstok ontvangt hij voortdurend leven, waardoor hij groeit. Het beeld gaat op een bepaald punt echter mank. Een plant kan zich niet verplaatsen, een tak kan zich naar mijn weten niet afsluiten voor voeding. Een gelovige heeft echter meer vrijheid. Hij kan zich met verkeerde dingen voeden, of voor een tijd, om welke reden dan ook, van de voeding afsluiten. Dit is wat de schrijver aan de Hebreeën zijn lezers verwijt: mensen, jullie hadden allang leraars moeten en kunnen zijn, maar dat komt helemaal niet overeen met het stadium waar jullie nu in verkeren (Heb 5,11-14). Met andere woorden: een kind van God kan in zijn groei belemmerd worden, door eigen schuld of door toedoen van anderen.
Daarom de oproep van Jezus aan zijn discipelen: Blijf in Mij... want zonder Mij kun je niets doen (Joh 15,4-5). Geen geestelijke groei buiten de verbondenheid met Jezus om! Daarom is het zo belangrijk om Hem iedere keer weer op te zoeken. En om de belemmeringen te verwijderen die dat contact verhinderen. Daar hebben gelovigen elkaar voor nodig, en het overtuigende en reinigende werk van de Heilige Geest. De Vader is de Landman. Hij reinigt (snoeit) met het snoeimes van de Heilige Geest.

zaterdag 9 februari 2008

Gedicht over Efeze 4,7-13

Naar Efesiërs 4:7-13

In ieder van ons
is volte vrijgegeven:
vol van wie wij worden,

van wie is geschreven: ‘Verrezen;
omvangt die gevangenen waren,
omklemt die waren beklemd’ -

want wat is verrezen anders
dan onder en mede geweest?

rakend tot aan volte,
tot lichaam dat wij worden
waarin wij staan volledig,

kenners van ons kindschap
in liefde, tot heel ons lichaam samen is
en wij liefdes leden.

Van: Lloyd Haft, Nieuw Verbond: zes lezingen
Uit: Liter 16 (2001) p.15.

maandag 28 januari 2008

Snoeien, groeien, vruchtdragen

Laatst was ik op de mannendag in Wezep, waar o.a. ds. Ron van der Spoel sprak. Hij had het over de onzichtbare Jezus die in ons zichtbaar moest worden. Aan de hand van Joh.15 - de wijnstok, de landman en de ranken - maakte hij duidelijk dat groeien betekende aan Jezus verbonden blijven. Tot zover niets nieuws. Wat mij trof was dat hij zei dat het niet om onze groei ging, maar om de vruchten die we droegen. Groeien is geen doel op zich. Het doel is dat we God de Vader verheerlijken door veel vrucht te dragen (Joh 15,8).
Om dit te bereiken, moet Vader Landman ons zo nu en dan snoeien. Het blad, wat het zonlicht van de vruchten wegneemt en sappen afsnoept, m.a.w. de verkeerde prioriteiten die we erop na kunnen houden, moet worden verwijderd.
Door snoeien groeien, door groeien vruchtdragen, door vruchtdragen de Vader verheerlijken.

donderdag 24 januari 2008

Boeken over geestelijke groei

Enkele boeken uit de Nederlandstalige wereld:


Dick van Keulen, Groeien in geloof, div. edities, 176pp.
€10,00







Willem J. Ouweneel, Geestelijke groei, 1997, 157pp.
€11,30






Een boekenlijst:
http://www.groei.org/prod/dataweb/generate.asp?i=89&c=9&t=y&s=thema_boeken.xsl

Waarom Efeze 4,13?

Efeze 4,13 is voor mij erg belangrijk. Waarom?
Het behelst een hoopgevend visioen voor Gods gemeente, over de groei tot Christus.
Enkele opmerkingen:
  • Groei is mogelijk. Met de bekering of wedergeboorte is het niet afgelopen.
  • Groei is een gezamenlijk gebeuren. '...totdat wij allen...' (vers 13). Samen groeien bevordert eenheid. In deze groei is de gehele gemeente betrokken. De bedieningen (vers 11) zijn bedoeld tot toerusting van de gemeente, opdat een ieder bij kan dragen in de opbouw van de gemeente.
  • Christus is het groeifundament (vers 7-11; 16) en de groeirichting (vers 13, 15).
  • Groei is noodzakelijk. Zonder groei blijven christenen onmondig en labiel (vers 14). Groei leidt tot volwassenheid, mondigheid, standvastigheid.
  • Geestelijke groei is tot Gods eer.

Door deze tekst ben ik geroepen om me in te zetten voor de dieptegroei van Gods Koninkrijk.

woensdag 23 januari 2008

Efeze 4,1-16

1 Als gevangene in de Here, vermaan ik u dan te wandelen waardig der roeping, waarmede gij geroepen zijt,
2 met alle nederigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, en elkander in liefde te verdragen,
3 en u te beijveren de eenheid des Geestes te bewaren door de band des vredes:
4 één lichaam en één Geest, gelijk gij ook geroepen zijt in de ene hoop uwer roeping,
5 één Here, één geloof, één doop,
6 één God en Vader van allen, die is boven allen en door allen en in allen.
7 Maar aan een ieder onzer afzonderlijk is de genade gegeven, naar de mate, waarin Christus haar schenkt.
8 Daarom heet het: opgevaren naar den hoge voerde Hij krijgsgevangenen mede, gaven gaf Hij aan de mensen.
9 Wat betekent dit: Hij is opgevaren, anders dan dat Hij ook nedergedaald is naar de lagere, aardse gewesten?
10 Hij, die nedergedaald is, Hij is het ook, die is opgevaren ver boven alle hemelen, om alles tot volheid te brengen.
11 En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars,
12 om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus,
13 totdat wij allen de eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Christus.
14 Dan zijn wij niet meer onmondig, op en neder, heen en weder geslingerd onder invloed van allerlei wind van leer, door het valse spel der mensen, in hun sluwheid, die tot dwaling verleidt,
15 maar dan groeien wij, ons aan de waarheid houdende, in liefde in elk opzicht naar Hem toe, die het hoofd is, Christus.
16 En aan Hem ontleent het gehele lichaam als een welsluitend geheel en bijeengehouden door de dienst van al zijn geledingen naar de kracht, die elk lid op zijn wijze oefent, deze groei des lichaams, om zichzelf op te bouwen in de liefde.

Weergave: NBG