dinsdag 28 september 2010

Onafhankelijk afhankelijk. Wat te verwachten van een cursus geestelijke groei...

In het leven kun je enorm afhankelijk zijn. Van apparaten, van techniek. Van vervoermiddelen. En uiteraard van mensen.

Mensen hebben mensen nodig. Dat is onontkoombaar. De kluizenaar (even stereotyperen) wil daar niet aan. Hij kan het leven zelf wel runnen. Maar gewone mensen (de meesten van ons) zijn op een of andere manier afhankelijk van anderen. Alleen al in de producten die je moet kopen, en niet zelf produceert of verbouwt. Maar ook op psychologisch vlak: aandacht, complimenten, liefde en genegenheid moeten van anderen komen, en kunnen we niet zelf voor onszelf creëren. Zou dat wel kunnen, dan was het allemaal een stuk makkelijker. Maar zo heeft de Schepper het niet gewild. Hij heeft ons 'aangeschapen' op afhankelijkheid.

Zo heeft Hij ons ook voor Zichzelf bedoeld. De mens is geschapen tot gemeenschap met God. Wanneer de mens deze gemeenschap niet ervaart, voelt hij zich leeg van binnen, en zal hij deze vervulling op andere manieren proberen te vinden. Deze andere manieren zijn surrogaat, en versterken de leegte alleen maar.

Wij zijn bedoeld om totaal afhankelijk te zijn van God: in het leren kennen van het doel voor ons leven, van de wil van God voor ons dagelijks leven; om verlost te worden van zonde; voor hulp in moeilijke tijden; om verzekerd te zijn van Zijn vaderlijke liefde en zorg. Een mens leeft niet alleen van het brood dat van God komt, maar van elk woord dat God spreekt: het zorgende en liefdevolle woord, maar ook het gebiedende woord. In het besef dat God weet wat goed voor ons is. Een mens is bedoeld om afhankelijk te zijn van God.

Is de mens ook bedoeld om in alles afhankelijk van mensen te zijn? Je kunt constateren dat je die afhankelijkheid niet uit kunt vlakken. Dat moet je ook niet willen. Want het is een belangrijke antropologische grondtrek dat mensen elkaar nodig hebben.
Wel is het zo dat je kunt spreken van ongezonde afhankelijkheid. De spannende vraag is dan meteen: wanneer is afhankelijkheid ongezond en wanneer gezond?

Ongezond is het wanneer je een ander dingen voor je laat doen, die je ook zelf kan doen, en waarbij redelijkerwijs verwacht wordt dat je die zelf doet. Dit zou je ook luiheid kunnen noemen. Een zoon die altijd in het huis van zijn ouders blijft wonen, en voor eten, drinken, aanschaffen en wassen van kleding, kostwinning, nemen van de belangrijke beslissingen etc. afhankelijk blijft van zijn ouders, noemen wij een voorbeeld van ongezonde afhankelijkheid. Wij zeggen dan als andere mensen tegen elkaar: 'Het is toch niet gezond dat zo'n 'jongen' z'n hele leven bij z'n ouders woont. Het zou goed voor hem zijn wanneer hij op zichzelf ging wonen...'

Nu, ook geestelijk kunnen we op een ongezonde manier afhankelijk zijn en blijven van anderen. Wanneer we pas tot geloof komen, hebben we anderen hard nodig. In hun voorbeelden, in hun Bijbellezen, in hun adviezen en bemoedigende woorden zijn andere gelovigen ons tot steun.
Het wordt echter ongezond als iemand geestelijk teveel afhankelijk is van één persoon. Dat kan bijvoorbeeld een sterke geestelijke (en kerkelijke) leider zijn. Deze bepaalt en domineert de afhankelijke gelovige. Hij bepaalt wat wel en niet mag, zijn uitleg van de Bijbel is geldend en onbetwist, zijn manier van bidden verdient navolging, en ga zo maar door. Wanneer iemand zo sterk gefocust is op één persoon, kan gemakkelijk geestelijke scheefgroei (eenzijdigheid) en, nog erger, manipulatie ontstaan.

Wanneer gelovigen langer gelovig zijn, wordt verwacht dat ze groeien in hun geloof. Dat ze ook geestelijke dingen zelf leren zien en verwoorden, omdat ze dat zelf uit Gods Woord hebben geput. Dat ze ook dingen zelf ondernemen in het Koninkrijk, omdat God hen dat op het hart legt. Dat is niet meer dan gezond. De Hebreeën kregen op hun kop omdat ze al zo lang geloofden en nog altijd zelf het basale onderwijs nodig hadden. Ze hadden eigenlijk allang zelf leraars moeten zijn! Afhankelijkheid is niet verkeerd. Het hangt er echter wel bepaald van af, in welke fase van het geloof iemand verkeert, en de geestelijke volwassenheid die je daarbij zou verwachten.

Gelovigen dienen in die zin onafhankelijk van anderen te zijn. Ze moeten zelf ook de Bijbel leren lezen en begrijpen, zelf keuzes durven maken. Een zekere mate van autonomie is ontontbeerlijk.

Echter, deze autonomie mag nooit beleden en gepraktiseerd worden als daarbij ook gedacht wordt aan autonomie ten opzichte van God. Anders gezegd: we dienen relatief autonoom ten opzichte van mensen te zijn, maar volstrekt niet autonoom ten opzichte van God. Want Hij bepaalt ons leven, en wij willen ons leven door Hem laten bepalen. Dat is immers de kern van ons geloof.

Geestelijke groei is: anderen leren om geestelijk (steeds meer) onafhankelijk van mensen en (steeds meer) afhankelijk van God te laten zijn.

Een cursus (sommigen hebben in dit verband een hekel aan dat woord, en ik begrijp dat wel) geestelijke groei staat ten dienste van dit doel. Dat betekent dat het bij een cursus geestelijke groei ook niet de bedoeling is dat mensen erg aan de cursusleiders gaan hangen, alsof dat nu het geestelijke voorbeeld is. Het wezen van de cursus is juist om mensen naar Christus te leiden, zoals Andreas zijn broer Petrus naar Hem leidde. En dat niet alleen voor de eerste keer, maar telkens opnieuw, voor alle gebieden van het leven.
Opdat gelovigen zich in alles afhankelijk weten van de Fontein van het Leven: Jezus Christus.

'Want zonder Mij kunt gij niets doen...' (Joh. 15:5)