dinsdag 27 mei 2008

De moeilijkheid

Al het gepraat over volheid en rijkdom kan het gevoel oproepen: wee mij! moet ik dat allemaal gaan leren kennen? Je kunt overweldigd worden door de grootheid van God, maar tegelijk machteloosheid voelen bij de gedachte dat dit allemaal door jou ervaren of gekend zou moeten worden.
Ik denk dat dit niet de bedoeling is van God. Zijn bedoeling is dat we samen met alle heiligen de lengte, breedte, hoogte en diepte leren zien van Gods heil en de liefde van Zijn Zoon. Dat is een fantastische uitdaging! Laat het niet vermoeiend op ons overkomen, maar verfrissend, bemoedigend, aansporend, inspirerend, kracht gevend!
Een gedeelte van die heiligen leeft in onze omgeving: in de gemeente waar wij deel van uit maken. In de gemeenten zijn geestelijke gaven van verschillende soort aanwezig, wat de bedoeling heeft dat de leden van de gemeente elkaar aanvullen. Ook in het kennen en doorgeven van de volheid van Christus en de Geest. Niettemin zullen sommige weldaden van Christus en sommige zegeningen van de Geest meer worden gekend en benadrukt dan andere. Moeten we hier moeilijk over gaan doen? Meten we gaan eisen dat in elke gemeente het totaal van Gods weldaden in al zijn geledingen op alle tijden evenveel aandacht krijgt? Dat lijkt me een onmenselijke en onchristelijke opgave. Laten we de ruimte houden om gezond onevenwichtig te kunnen zijn. Het gaat nu eenmaal zo in de kerkgeschiedenis in het groot en in het klein dat soms de nadruk hier op ligt en soms weer daarop. Niettemin mag bij dit alles de balans in de gaten gehouden worden. Maar ook in evenwichtigheid kunnen we doorschieten! Dan wordt alles zo saai, staat het enerzijds tegenover het anderzijds, wordt er niets meer ondernomen, wordt de prikkel overal uit gehaald.

Ef 3,14 Daarom buig ik mijn knieën voor de Vader,
15 die de vader is van elke gemeenschap in de hemelsferen en op aarde.
16 Moge hij vanuit zijn rijke luister uw innerlijke wezen kracht en sterkte schenken door zijn Geest,
17 zodat door uw geloof Christus kan gaan wonen in uw hart, en u geworteld en gegrondvest blijft in de liefde.
18 Dan zult u met alle heiligen de lengte en de breedte, de hoogte en de diepte kunnen begrijpen, 19 ja de liefde van Christus kennen die alle kennis te boven gaat, opdat u zult volstromen met Gods volkomenheid.

donderdag 22 mei 2008

Leerdienst als oefenplek om geestelijk volwassen te worden

Graag wil ik doorgeven wat een broeder in het ND schreef. Volgens mij zitten we wel op een lijn, als ik het zo eens lees.

" (...) De nieuwe leerdienst is een mooie plaats om dat leren zelfdoen een plek te geven. Wanneer de dienst over bidden gaat, horen we niet alleen een preek over het gebed, maar worden we ook met elkaar aan het bidden gezet. Een gebedstijd in kleine groepjes of één waarbij iedereen die wat op zijn hart heeft, op kan staan om een gebed uit te spreken. Of er wordt vooraf aan een paar gemeenteleden gevraagd om in de dienst te bidden.

Als de leerdienst over de geloofsbelijdenis gaat, leren we als gemeente ons geloof te belijden. De geloofsbelijdenis die normaal door de predikant wordt uitgesproken wordt nu door gemeenteleden gedaan. Dat kan ook door het uitspreken van een geloofsbelijdenis in eigen bewoordingen of een getuigenis. (
...)

Aanbidding heeft ook een belangrijke plaats in het leren kennen van Gods heil. Het 'halleluja' uit de Psalmen betekent in het Nederlands letterlijk 'Prijst God!' Daar worden we toe opgeroepen. God laat zijn heil zien aan wie Hem lof offert en eert (Ps. 50:23). Een beter zicht op Gods heil krijgen we dus niet alleen door een goede uitleg ervan, maar ook door het aanbidden van God, vanuit ons hart en met onze mond.

Om tegen allerlei vreemde leringen bestand te zijn, is het ten slotte nodig op te groeien tot de volwassenheid in Christus. Dat kan als iedereen in de gemeente steeds meer wordt toegerust en gebruik gaat maken van de gaven die God gegeven heeft (Efeze 4). Het is belangrijk dat die gaven in de samenkomst van de gemeente worden ingezet. Zo kunnen ze worden ontdekt, uitgeprobeerd, kunnen ze groeien en verder ontwikkelen. Het doel is Christus leren kennen door te blijven in de waarheid en elkaar lief te hebben.

In Hebreeën 6 worden we aangespoord niet steeds bij het leren van de eerste fundamenten te blijven, maar juist door te groeien naar de volwassenheid in Christus. De catechismus als leidraad voor het leren van de gemeente heeft zeker zijn betekenis, maar is niet voldoende. Die blijft juist jaarlijks bij dezelfde eerste fundamenten stilstaan. Doorgroeien in Christus met de Heilige Geest als leraar, is wat God graag wil (Joh 16:12-15)."

Erik Koning (CGK Deventer), ND van vrijdag 16 mei 2008. Lees hier het volledige stuk.

Wat hij kernachtig verwoordt, is het principe dat we groeien in geestelijke volwassenheid als we de dingen niet alleen horen en snappen, maar ook daadwerkelijk in praktijk brengen. Dat we zelf verantwoordelijkheid gaan dragen voor dingen. Dat we niet alleen hoorders zijn, maar ook sprekers en daders. In de weg van bidden, van getuigenissen geven, van vragen stellen, van bemoedigen, vindt de stroom van het Evangelie een weg door ons heen, en dat zal ons verdiepen. Het inzetten van de gaven is gericht op de stichting van de gemeente, en in het inzetten zullen we merken dat ook wij gesticht worden.

dinsdag 20 mei 2008

De volheid van de Geest (3) : Persoon, kracht en gave

Wij moeten de ene dimensie van de Geest niet in concurrentie brengen met de andere dimensie.

De Geest is zowel Kracht als Persoon. Als Persoonlijke Kracht is Hij de PK van elke gelovige. Wij moeten Hem niet magisch benaderen, als een onpersoonlijke kracht waar we met een druk op de knop over kunnen beschikken, die we kunnen controleren. We moeten Hem ook niet ongelovig rationeel benaderen, alsof Hij niet tot grote daden Gods in staat is.

De Geest is de gave van God. Hij is de beloofde gave van de nieuwe tijd. Hij is het voorschot op het eeuwige leven. Hij overbrugt de tijd tussen de nog niet voltooide gestalte van het Koninkrijk nu en de volmaakte gestalte van het Koninkrijk straks. Hij helpt ons in die spanning te leven en staande te blijven. Als voorschot is Hij ook voorsmaak van het eeuwige leven.
  • Verblijven en vertroosten
    Jh 14,16 - Dan zal ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger [SV: Trooster] te geven, die altijd bij je zal zijn: 17 de Geest van de waarheid. De wereld kan hem niet ontvangen, want ze ziet hem niet en kent hem niet. Jullie kennen hem wel, want hij woont in jullie en zal in jullie blijven.

  • Versterken
    Hand 1,8 - Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde.

vrijdag 16 mei 2008

De volheid van de Geest (2) : Zijn veelzijdig werk

Wat doet de Geest met ons?

Verschonen - Hij geeft ons deel aan de afwassing van onze zonden door het bloed van Jezus
Verheerlijken - Hij richt de schijnwerpers op Christus
Verblijven - Hij woont in ons als de presentie van God. Hij vertegenwoordigt Vader en Zoon
Vernieuwen - Hij maakt ons nieuw, herstelt het beeld van God in ons
Vervullen - Hij vervult ons met zichzelf
Verlichten - Hij verlicht ons verstand en leert ons goddelijke wijsheid
Versterken - Hij bekrachtigt ons tot dienst, stelt ons tot grote dingen in staat
Vertroosten - Hij is de helper/trooster, die ons bijstaat, en voor ons bidt
Verbinden - Hij is de grote Bruggenbouwer (in tegenstelling tot Diabolos), die God en mensen, en mensen onderling verbindt

Kortom, Hij is de Auteur van een veelkleurig werk.

De volheid van de Geest (1) : Teksten

Enkele teksten over de gave van de Heilige Geest en Zijn volheid

Jh 3,34 - Hij die door God gezonden is, spreekt de woorden van God, en God schenkt de Geest in overvloed.

Lk 11,13 - Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je kinderen al goede gaven schenken, hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan niet de heilige Geest geven aan wie hem erom vragen.

Hd 7,55 - Maar vervuld van de heilige Geest sloeg Stefanus zijn blik op naar de hemel en zag de luister van God, en Jezus, die aan Gods rechterhand stond.

Ef 3,18 - Bedrink u niet, want dat leidt tot uitspattingen, maar laat de Geest u vervullen.

De volheid van Christus (5) : Hoe wij die krijgen

Hoe krijgen wij die volheid van Christus nu in de ervaring?

Allereerst moet gezegd worden dat wij geen weldaden van Christus ontvangen wanneer wij geen deel aan Hem hebben. Wij krijgen deel aan Hem door de Heilige Geest en het geloof. Het geloof legt de hand op Christus, de Heilige Geest brengt deze verbinding tot stand. Het geloof ontvangt Christus en al Zijn weldaden.
Tot geloof in Christus komen wil dus zeggen: van Christus worden en Hij van ons; in vereniging met Christus komen. De eenheid die zo ontstaat is onbreekbaar sterk. Het is de gemeenschap met Christus.
Deze gemeenschap is zowel objectief als subjectief. Dat wil zeggen: het heeft een kant, die niet direct ervaren wordt, maar er wel is; en het heeft een ervaringskant.

De Heilige Geest zoekt ons steeds nauwer aan Christus te verbinden, steeds meer gemeenschap tussen ons beiden te stichten. De Geest is het kanaal waardoor Jezus zelf en Zijn goedheden naar ons toe komen. Zo spreekt het doopformulier bijvoorbeeld over de wens en de functie van de Geest: '…en ons tot lidmaten van Christus heiligen wil, ons toe-eigenende hetgeen wij in Christus hebben, namelijk, de afwassing onzer zonden, en de dagelijkse vernieuwing onzes levens…'
En de Catechismus, in vr/antw 53 zegt over de Heilige Geest: '…Ten tweede dat Hij ook mij gegeven is, om mij door waar geloof aan Christus en al zijn weldaden deel te geven…'

Het geloof oefent zich om op Christus te rusten, maar ook om Hem te ontmoeten vanuit wat over Hem geopenbaard is in de Schrift. Daar wordt duidelijk wat Zijn volheid omvat. Het geloof zoekt in Christus' volheid te vinden wat het voor het dagelijks leven nodig heeft. Daarbij valt te denken aan de dingen die boven onder de weldaden zijn opgesomd.

Hoewel alle heil en goedheid en leven in Christus is, is het het doel van de Geest om dat in ons uit te werken. Het goede blijft niet hoog opgetast in Christus liggen, maar wordt in ons overgebracht.

Wij mogen zeggen: alles in Christus is van ons. Tegelijk moeten wij het nog ontvangen!

Tot slot deze uitspraak, die men als aansporing moet lezen: 'De volheid en rijkdom van een geïntegreerd geestelijk leven is geheel afhankelijk van een vol antwoord op de volheid en rijkdom van Jezus Christus.' (Overduin, Worden als een man, p56)

dinsdag 13 mei 2008

De volheid van Christus (4) : Wat het omvat

Christus en al Zijn weldaden

Efeze 1,3 Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in de hemelsferen, in Christus, met talrijke geestelijke zegeningen heeft gezegend.

De gereformeerde belijdenis spreekt over ‘Christus en al Zijn weldaden’. Hier klinkt iets door van de volheid die er in Christus is. Hoewel Christus absoluut niet van Zijn weldaden te scheiden is, wil ik deze wel graag in onderscheiding behandelen.

‘Christus…’

Het gaat ons om de persoon van Christus. Met Hem zijn wij verbonden. Hij is ons eigendom, wij zijn Zijn eigendom (beide aspecten zitten in vr/antw 1 van de HC). Wij hebben deel aan Hem, en delen zo in Zijn weldaden. Maar het gaat ons allereerst om Hem als het Leven zelf. De gaven die Hij geeft hebben niet de hoogste prioriteit.
Wat is er in Hem dat ons aanspreken kan? Er is een volheid aan deugden of voortreffelijkheden die ons tot aanbidding kan brengen. Jezus is
  • rechtvaardig
  • zachtmoedig
  • majestueus
  • nederig
  • genadig
  • wijs
  • machtig
  • waar
  • gehoorzaam
  • liefdevol
  • heerlijk

Hij is de Leeuw maar ook het Lam. Hij is verheven en nabij. Hij regeert en Hij dient. Jonathan Edwards zegt dat Jezus eigenschappen in zich draagt die voor ons normaal gesproken niet te verenigen zijn. Dat is ook het wonder. Bij Jezus kan het samengaan. Hij is God en mens. Dit wonderlijke samengaan is alleen al een reden tot aanbidding.


‘…en al Zijn weldaden’

Wie Christus heeft, heeft Zijn weldaden. Wat wordt er met dit wat ouderwetse woord bedoeld? Je zou het kunnen weergeven met het woord uit Ef1,3: 'geestelijke zegeningen.' Maar misschien moet het nog iets specifieker gesteld worden. Christus' weldaden omvat alle vruchten van Zijn middelaarswerk, het werk wat Hij heeft gedaan op aarde om God en mens bij elkaar te brengen. Dat begint met het komen naar de aarde; het is ook Zijn gehoorzaamheid aan de Vader tijdens Zijn rondtrekken over deze aarde, dat is Zijn gewillig vernederd worden door de mensen, met als dieptepunt Zijn lijden en sterven aan het kruis. Daar hoort bij Zijn opstaan uit de dood, en Zijn opvaren naar de hemel. Alle vruchten die op grond van dit werk voor ons beschikbaar zijn geworden, zijn de weldaden van Christus. Christus heeft ze verdiend, en Hij deelt ze uit. Waar moeten we dan aan denken? Calvijn noemt in Institutie II.16.19 een rij van deze zegeningen op (vetgedrukte woorden in onderstaande tekst):

'Indien men zaligheid zoekt, door de naam Jezus zelf wordt ons geleerd, dat ze bij Hem is; indien men andere gaven des geestes begeert, welke dan ook: in zijn zalving zullen ze gevonden worden; zoekt men sterkte: in zijn heerschappij is ze; reinheid: ze vertoont zich in zijn ontvangenis; goedertierenheid: in zijn geboorte, door welke Hij ons in alles gelijk geworden is, opdat Hij zou leren mede te lijden; zoekt men verlossing: in zijn lijden is ze te vinden; vrijspraak: in zijn veroordeling; kwijtschelding van de vloek: in zijn kruis; genoegdoening: in zijn offerande; reiniging: in zijn bloed; verzoening: in zijn nederdaling ter helle; doding des vleses: in zijn graf; nieuwheid des levens: in zijn opstanding; onsterfelijkheid: eveneens in zijn opstanding; beërving van het hemelse Koninkrijk: in zijn hemelvaart; bescherming, onbekommerdheid, overvloed en rijkdom van alle goederen: in zijn Rijk; een rustig afwachten van het oordeel: in de macht die Hem gegeven is om te oordelen. Kortom, daar in Hem de schatten van alle soort van goederen zijn, moeten ze tot verzadigens toe uit Hem geput worden en niet van elders.'

Dit alles behoort tot de rijkdom van het kind van God. Wat een overvloed! Het is voor ons de uitdaging, de kunst, de opdracht, het voorrecht, of hoe je het ook zien wilt, om uit deze zegeningen te putten. Zij zijn in Christus van ons. Tegelijk moeten we ze leren toe-eigenen en gebruiken.

De kerk van Christus staat vandaag voor de blijde taak om te leren zien wat Christus voor ons heeft verworven; om zich bewust te worden dat dat alles van hen is geworden, omdat zij deel hebben aan Hem; om hiervan stil te worden en God de dank en aanbidding te brengen; om deze rijkdom niet ongebruikt te laten liggen, maar er dankbaar gebruik van te maken. Wanneer wij de grote rijkdom ons te binnen brengen, en het alles overzien, beseffen wij dat wij niet met een beetje ervan kunnen leven. Het zou een belediging van het werk van Christus zijn. Wij strekken ons uit naar de volheid van Christus.

Wij kunnen er niet een ongelimiteerde hoeveelheid van ophalen en het in onze voorraadkamers opslaan. Het blijft altijd van Christus, daar moeten we het halen. Het is net als met het manna, dat elke dag opnieuw geraapt moest worden. Deze wetenschap houdt ons dicht bij Christus.

maandag 12 mei 2008

Geestelijke volwassenheid


Wat houdt geestelijke volwassenheid onder meer in?
- Dat je leert hoe alles te doen als christen.
- Een groei in realiteit, je beleeft meer en meer wat er in de Bijbel staat.
- Een groei in inzicht, in geestelijk inzicht (Hebreeën 5:14; 1 Kor 2:15)
- Een toename van geestelijke (levens)ervaring. Dan heb je allerlei dingen op geestelijk gebied al eens meegemaakt.

Bron: http://www.solcon.nl/schriftgezag/wordbest/basprak5.doc


dinsdag 6 mei 2008

De volheid van Christus (3) : Namen en ambten

Christus heeft een veelheid aan namen, die iets over Zijn wezen en functie zeggen. Wij kennen Hem vooral als 'Here Jezus Christus'. Deze drieledige naam of titel geeft een wereld van genade en heil weer.
De naam 'Here' wijst op Zijn machthebbende positie. Hij is Heer van de wereld, en Heer van de Kerk, van de gelovigen. Deze positie is Hem door Zijn Vader verleend. Als Heer heeft Hij recht op heel ons leven.
De naam 'Jezus' werd voorgeschreven door Gabriël, de gezant van God (Mt1,21; Lk1,31-33). Het wijst op het werk dat Jezus moest gaan doen: zalig maken (redden, bevrijden) van zonden. Jezus ging Gods heil aanbrengen.
De naam 'Christus' wijst op Zijn aanstelling : gezalfd. In het Oude Testament werden leiders door zalving aangesteld tot hun taak. Jezus is door God gezalfd tot profeet, priester en koning. Hij heeft de Geest gekregen om dit werk te kunnen doen (Js61,1 ev).
Profeet, priester en koning worden ook wel de ambten van Christus genoemd. De Heidelberger Catechismus spreekt in vraag 31 aldus:
Waarom wordt Hij Christus, dat is Gezalfde, genoemd?
Antwoord: Omdat Hij door God de Vader is aangesteld en met de Heilige Geest gezalfd tot onze hoogste Profeet en Leraar, tot onze enige Hogepriester en tot onze eeuwige Koning. Als Profeet en Leraar heeft Hij ons de verborgen raad en wil van God over onze verlossing volkomen geopenbaard. Als Hogepriester heeft Hij ons met het enige offer van zijn lichaam verlost en blijft Hij met zijn voorbede steeds bij de Vader voor ons pleiten. Als Koning regeert Hij ons met zijn Woord en Geest, en beschermt en bewaart Hij ons bij de verworven verlossing.
Wat in dit antwoord opvalt is de blijvende geldigheid van deze ambten, en het blijvende werk wat Christus via deze ambten ons ten goede verricht. De ambten openbaren een volheid van genade en heil in Christus, 'Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid, en heiligmaking, en verlossing' (1Co1,30).

vrijdag 2 mei 2008

De volheid van Christus (2) : Teksten

Calvijn schrijft over de weldaden van Christus. Deze zijn in Christus te vinden en worden ons door de Heilige Geest meegedeeld.
Deze weldaden behoren tot de volheid van Christus. Dat is een breed begrip. Je zou kunnen zeggen: al het goede, ware en schone wat er in Christus te vinden is. Hieronder een aantal teksten daarover:

Joh 1,14 - Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid [of: genade] en waarheid, en wij hebben zijn grootheid [heerlijkheid] gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. (...) 16 Uit zijn overvloed [volheid] zijn wij allen met goedheid overstelpt.

Joh 10,10 - Een dief komt alleen om te roven, te slachten en te vernietigen, maar ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid.

Ro 5,17 - Als de dood heeft geheerst door de overtreding van één mens, is het des te zekerder dat allen die de genade en de vrijspraak in zo’n overvloed hebben ontvangen, zullen heersen in het eeuwige leven, dankzij die ene mens, Jezus Christus.

Ef 1,22-23 - Hij heeft alles aan zijn voeten gelegd en hem als hoofd over alles aangesteld, voor de kerk, 23 die zijn lichaam is, de volheid van hem die alles in allen vervult.

Ef 4,13 - totdat wij allen samen door ons geloof en door onze kennis van de Zoon van God een eenheid vormen, de eenheid van de volmaakte mens, van de tot volle wasdom gekomen volheid van Christus.

Kol 1,19 - ...in hem heeft heel de volheid willen wonen...

Kol 2,9-10 - Want in hem is de goddelijke volheid lichamelijk aanwezig, 10 en omdat u één bent met hem, het hoofd van alle machten en krachten, bent ook u van die volheid vervuld.

De volheid van Christus (1) : introductie door Calvijn

Section 19. Conclusion of the whole chapter, showing that in Christ the salvation of the elect in all its parts is comprehended.

When we see that the whole sum of our salvation, and every single part of it, are comprehended in Christ, we must beware of deriving even the minutest portion of it from any other quarter. If we seek salvation, we are taught by the very name of Jesus that he possesses it; if we seek any other gifts of the Spirit, we shall find them in his unction; strength in his government; purity in his conception; indulgence in his nativity, in which he was made like us in all respects, in order that he might learn to sympathise with us: if we seek redemption, we shall find it in his passion; acquittal in his condemnation; remission of the curse in his cross; satisfaction in his sacrifice; purification in his blood; reconciliation in his descent to hell; mortification of the flesh in his sepulchre; newness of life in his resurrection; immortality also in his resurrection; the inheritance of a celestial kingdom in his entrance into heaven; protection, security, and the abundant supply of all blessings, in his kingdom; secure anticipation of judgement in the power of judging committed to him. In fine, since in him all kinds of blessings are treasured up, let us draw a full supply from him, and none from any other quarter. Those who, not satisfied with him alone, entertain various hopes from others, though they may continue to look to him chiefly, deviate from the right path by the simple fact, that some portion of their thought takes a different direction. No distrust of this description can arise when once the abundance of his blessings is properly known.

Uit Institutie (1559), boek II, hoofdstuk XVI.