woensdag 30 april 2008

Het volle heil (1) : begin en voortgang

Het heil begint in de hemel, in Gods heilsplan. Het wordt bewerkt in de geschiedenis, door Gods reddende daden in de geschiedenis van Israël, en in de persoon van Jezus Christus. De gebeurtenissen waarin dat in het bijzonder tot uiting komt, worden de heilsfeiten genoemd. Daartoe behoren de geboorte van Christus, Zijn lijden en sterven, Zijn opstanding en Zijn hemelvaart. In deze gebeurtenissen is Gods heil geconcentreerd.
Het heil gaat vanaf het kruis en het open graf de wereld in. Het wordt persoonlijk, in de levens van mensen, die Jezus als Redder aannemen. De Bijbel zegt dat als iemand met de de mond belijdt dat Jezus de Heer is en met zijn hart gelooft dat God hem uit de dood heeft opgewekt, hij zal worden gered (Ro10,9-10). Hij wordt vrijgesproken van zijn zonde, en verlost van de macht van de duivel en de zonde, treedt in in de gemeenschap van God, en is deelgenoot van het eeuwige leven.
Zo is er een aanvang van het heil (in Gods plan), een bewerking van het heil (in de heilsdaden in Jezus), en een uitwerking van het heil (in de levens van mensen).

Het heil is in Christus. Het is de Heilige Geest die middels het geloof de mens verenigt met Christus. Dankzij deze eenheid deelt de gelovige in alles wat Christus te bieden heeft (weldaden). Zijn wijsheid, rechtvaardigheid, heiligheid en verlossing worden deel van de gelovige. De Heilige Geest werkt deze dingen uit in het leven van de gelovige.
Als het gaat om het persoonlijke heil, wat ik boven de uitwerking van het heil in de levens van mensen heb genoemd, valt er te onderscheiden in begin en voortgang. Het begin is als mensen door het geloof met Christus worden verbonden, in Hem worden ingelijfd. Dit is het moment van de wedergeboorte, het tot geloof komen, de bekering (dingen die niet hetzelfde zijn, maar in dit kader wel ongeveer samenvallen). De voortgang is het leven in en door het geloof, het leven in gemeenschap met Christus, het leven waarop de Geest Zijn stempel gaat drukken. Dat doet Hij door de weldaden uit Christus (Zijn heiligheid, Zijn gezindheid, Zijn genade, Zijn liefde, Zijn gehoorzaamheid) werkelijkheid te laten worden in het leven van de gelovige. Kruis en opstanding hebben betekenis voor het begin van het geloofsleven, en houden die in de voortgang van het geloofsleven. In het begin wordt de mens beslissend verbonden aan kruis en opstanding; in het vervolg werken kruis en opstanding steeds dieper op het leven in.

Geen opmerkingen: