woensdag 30 april 2008

Het volle heil (2) : voortgang

Een belangrijke spits, zo niet de belangrijkste, van Gods heilsplan is onze heiligmaking, ons vruchtdragen voor Hem. Daarin komt Hij aan Zijn eer (Jh15,8; Ef1,4; Tit2,14). In ons vruchtdragen komt het werk van de Geest in ons tot uiting. Uit onze daden blijkt dat wij verloste mensen zijn.
Het is opvallend hoe vaak in de apostolische brieven wordt aangespoord om gevolg te geven aan de bekering, aan de roeping tot het kindschap Gods. Paulus maant voortdurend aan om volgens het geschiede heil te leven (Kol2,6-7; Flp2,12-13). Ook Petrus doet dat uitgebreid (2Pe1,3vv). Het leert ons vandaag dat wij niet stil moeten blijven staan in het geloof. Het geloof moet actief beoefend worden, in het zoeken van gemeenschap met God, in woord en werk, in het doden van de zonde, in de liefde. Vertraging in het geloofsleven leidt tot verachtering (achterblijven) en uiteindelijk tot afval, zegt de schrijver aan de Hebreƫen.
De voortgang in het geloof is te typeren met 'geestelijke groei'. Groeien in het geloof. Groeien in de genade. Groeien in de kennis van Christus (2Pe3,18). Groeien in de kracht van de Geest van Christus. Het is allerminst een losgroeien van Christus, of een losgroeien van het begin van het geloof.
De eerste beginselen (Hb5,12) moeten aangevuld worden met ‘vervolgselen’. Dit aangevuld worden betekent nooit en te nimmer dat er van ons iets bij de genade moet, of dat wij aan ons heil bijdragen (zo klinkt wellicht het ‘aangevuld worden’, maar het is in een ander kader dan de rechtvaardiging). Wel betekent het dat wij het heil in blijmoedigheid uitwerken, en dat we volwassen worden in het geloof. Zodat we ook anderen kunnen leiden tot Christus, voor het eerst en opnieuw. Zodat we elkaar kunnen onderwijzen en ondersteunen. De gemeente als leer- en groeigemeenschap.
Dat het heil ook zijn sporen gaat trekken in het vervolg van het leven van een christen, heeft consequenties voor onze visie op Christus. Niet alleen is Hij onze Redder, maar ook onze Heer. Hij is de Gekruisigde en Opgestane. Over de volheid in Hem hoop ik volgende keer te schrijven.

Geen opmerkingen: