zondag 26 februari 2012

Geestelijke volwassenheid

Geestelijke volwassenheid heeft te maken met de bijbelse oproep om te groeien in het beter begrijpen wie Jezus is en wat navolging van Hem inhoudt. En dan gaat het over het hele mens-zijn. De mens die denkt, voelt, kiest en handelt. De mens die met zijn hele bestaan zich steeds meer wil afstemmen op Jezus’ verlangen voor zijn of haar leven.

Wanneer Jezus ons in Matteüs 18 oproept om te worden als een kind, bedoelt Hij hiermee niet dat we kinderachtig en onvolwassen moeten zijn, maar dat we als een kind openstaan voor Gods bedoeling voor ons leven en dat we van Hem willen ontvangen. Dat we openstaan voor groei, zodat we meer en meer volwassen worden en Hij invloed aan ons kan toevertrouwen.

Paulus verwoordt het heel kernachtig in 1 Korintiërs 13:8: “Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, overlegde ik als een kind. Nu ik een man ben geworden, heb ik afgelegd wat kinderlijk was.” Het betekent dat leven met God en navolging van Jezus een voortdurende ontdekkingstocht is waarbij we meer zicht krijgen op Hem, onszelf en allerlei omstandigheden. We leren dan steeds beter met verschillende levenssituaties om te gaan. Het betekent wel de keuze voor groei, ontplooiing en groeiend inzicht. We leren in dit alles dan onze eigen verantwoordelijkheid te aanvaarden en te groeien in mondigheid. Een mondigheid die het gevolg is van respectvol luisteren naar Gods Woord en het toepassen ervan in allerlei situaties. De apostel Jakobus vergelijkt dit luisteren met het kijken in een spiegel. Wat doen we dan met datgene wat we zien (Jakobus 1:23)? Het is daarbij wel een bemoediging te weten dat Gods Geest ons gaandeweg zicht geeft op allerlei terreinen van ons leven: ons denken, onze beslissingen, onze emoties. Maar ook op ons aandeel in het aangaan en onderhouden van relaties en onze betekenis in kerk en samenleving.

Brief van Christus
Paulus noemt in 2 Korintiërs 3:3 de volgeling van Jezus: een brief van Christus. Maar om een duidelijk leesbare brief te kunnen zijn, vraagt het werk van Gods Geest voorafgaand om een hartelijk welkom. Alleen wanneer Hij de ruimte krijgt om zijn werk te doen, zal er ruimte komen voor de invloed van Jezus in en via ons leven. Hij wil de liefde en de goedheid van God in ons hart tot concrete daden laten komen. Dat dit niet tot krampachtigheid hoeft te leiden geeft Paulus in Romeinen 5:5 aan, waar hij schrijft dat Gods Geest de liefde in ons hart wil leggen. Gods Geest wil dat doen waar wij in tekortschieten, maar het vraagt wel vertrouwen in zijn werk. Dit geeft ook moed wanneer we aan invloeden denken van ons verleden en allerlei gebeurtenissen. Wanneer we bijvoorbeeld leven met een stuk afwijzing, onbegrip en veroordeling (ook omdat we weinig bevestiging meemaakten) dan wil Gods Geest ons erbij bepalen dat we naar onszelf mogen leren kijken met Gods ogen. Hij gaf uit liefde zijn Zoon en voor Hem zijn we kostbaar en belangrijk. Hij wil ons meer en meer op zijn Zoon laten lijken door het werk van zijn Geest.
Volwassenheid heeft dan ook te maken met de keuze om vanuit een bepaalde basis te leren denken, waarbij gezocht wordt naar meer stabiliteit en veerkracht. Allerlei invloeden uit het verleden hebben dan niet het laatste woord, we staan dan open voor groei, psychische volwassenheid en heling.

Kenmerken
Een belangrijk kenmerk van volwassenheid is dat er sprake is van groeiende stabiliteit, soepelheid en innerlijke balans. Paulus noemt in Filippenzen 1:10 de noodzaak van ‘onderscheidingsvermogen waar het op aan komt’. Het leren onderscheiden houdt de erkenning in van een ijkpunt, een innerlijke balans.
Het tweede kenmerk is een groeiend zicht op onszelf, op onze sterke en zwakke eigenschappen, op eigen grenzen en mogelijkheden. Een kind is heel erg kwetsbaar wat dit betreft: de mening van andere kinderen (‘wat zie je er gek uit’), van een juffrouw of meester en van ouders doen ertoe. Wat ‘men’ van het kind zegt of hoe men op hem reageert is van grote invloed. Bij volwassenheid zijn we meer realistisch geworden en erkennen we dat we zwakke eigenschappen hebben maar óók over vaardigheden en unieke gaven beschikken. Dan hebben we geleidelijk aan zelfkennis gekregen en hebben we onszelf leren aanvaarden.
Ds. J. Overduin (1902-1983) schreef hierover in: 'Worden als een man' (niet meer in de boekhandel): “Een realistische zelfkennis en zelfaanvaarding sluit niet alleen uit een opscheppen over jezelf, maar ook een niet durven erkennen en laten gelden van eigen bekwaamheden, wanneer dat een bepaalde goede zaak kan dienen. Valse bescheidenheid is even onvolwassen als valse zelfoverschatting.”
Een derde kenmerk dat hieruit voortvloeit is het objectief leren beoordelen van allerlei situaties waarbij we openstaan voor correctie, aanvulling en nieuwe gezichtspunten. Nog een citaat van ds. J. Overduin: "Wanneer een mens zich vastgenageld heeft op zijn eigen kleine standpunt en de relativiteit van zijn eigen positie niet erkennen wil of kan, trekt hij het werkelijkheidsbeeld scheef. Hij is niet vatbaar voor correctie en verrijking. Hij heeft alles bevroren. Vanuit die ‘bevroren’ positie doen we anderen tekort."
Een vierde kenmerk van volwassenheid betreft dan aanpassings- en inlevingsvermogen, waarbij we aanspreekbaar zijn op eigen verantwoordelijkheid en de moed hebben om eigen keuzes en daden onder ogen te zien. Om verbeteringen en oplossingen te zoeken waar die nodig zijn.

In het kort
De psycholoog dr. Henry Brandt noemt in: 'The struggle for peace' puntsgewijs nog enkele heldere bijbelse kenmerken:
1. Een volwassen persoon is iemand die heel bewust met zijn wil verantwoordelijkheid kan aanvaarden en uitvoeren (Lucas 16:10,12).
2. Een volwassen persoon is iemand die van tegenslagen en fouten wil leren (Matteüs 26:75 en Handelingen 4:8 v.v.).
3. Een volwassen persoon zal zijn of haar successen of mislukkingen niet overdrijven of minimaliseren (Filippenzen 3:4-7 en 1 Korintiërs 15:10).
4. Een volwassen persoon is stabiel en betrouwbaar en niet wisselvallig (1 Korintiërs 15:58).
5. Een volwassen persoon is iemand die problemen die om een oplossing vragen liever aanpakt dan uit de weg gaat (Numeri 13:30).
6. Een volwassen persoon is iemand die tot besluiten komt met een minimum aan ‘zorgen maken’ of conflicten (Jozua 24:15).
7. Een volwassen persoon kan zich aan een situatie die hij of zij niet kan veranderen aanpassen, en deze aanvaarden.
8. Een volwassen persoon kan nee zeggen tegen situaties die hemzelf en anderen op den duur geen goed doen. Ook kan hij ja zeggen tegen situaties die op den duur zegenrijk zullen zijn voor zijn relatie tot God, zichzelf en anderen, ook al kunnen die situaties tijdelijk onplezierig zijn (Filippenzen 4:11-13).

Willen leren
Het abc van het geloof wordt gevolgd door meer. Alhoewel het fundament van essentieel belang blijft, roept de Bijbel op tot moedigheid, volwassenheid en vrucht dragen. Jezus is hierover heel duidelijk: “Kom tot Mij en leer van Mij…” In Galaten 4:19 schrijft Paulus dat hij zich ervoor in wil zetten dat "Christus in hen gestalte" zal krijgen. Dat Hij zichtbaar zal worden in hun leven.
Zoals het zaad van het Evangelie is uitgestrooid en wortel kan schieten, zo wil Gods Geest Jezus’ woord en leven in ons leven tot wasdom laten komen. Maar Jezus vertelt wel in de uitleg van de gelijkenis van de zaaier dat er in ons hart dan sprake moet zijn van "goede grond," grond waarin Gods Woord als een zaad ruimte krijgt en kan groeien en vrucht dragen. Ook in het proces van groeiende volwassenheid.

Dit artikel vond ik in het tijdschrift Groei en komt uit de pen van Marleen Ramaker.

Geen opmerkingen: