Wie groeit er nu?

Paulus zegt ook nog steeds: ik wil Christus leren kennen (Fil 3:10). Dat is nou groeien in geloof: God kennen, en steeds beter en dieper leren kennen. Groeien (opwassen) in de genade en de kennis van onze Heere Jezus Christus (2 Pe 3:18). Eigenlijk is het dan zo dat jij niet groter groeit, maar dat God steeds groter voor je wordt.
En ja, dan worden wij kleiner in ons eigen oog. Geestelijke groei is wel vorderingen maken, maar nooit voorbij Christus komen. Hij moet wassen, wij minder worden.

Maar werkt het ook andersom? Als ik me maar genoeg verneder, wordt God dan groter? Merkwaardig genoeg herbergt de zelfvernedering het risico in zich om het tegendeel te bereiken. De zelfvernederende mens kan in een neerwaartse spiraal terechtkomen, ja zelfs een behagen scheppen in de eigen nederigheid.
De blik moet omhoog naar het kruis. Daar worden we verbroken. Daar zien we Gods liefde en onze zonde ineen.

Wat betekent dat voor ons zelfbeeld? We moeten niet meer denken: ik blijf in mezelf niets; want je bent niet meer in jezelf, maar in Christus. We moeten stoppen met negatief te denken over onszelf, en te gefocust te zijn op onze zonden, tekortkomingen, gebreken. Het lijkt allemaal heel vroom, maar uiteindelijk verraadt het dat we te zeer met onszelf bezig zijn, en God komt niet aan Zijn eer.
Kortom: we moeten niet gericht zijn op onze tekortkomingen in onszelf, maar op onze voorrechten in Christus.