maandag 27 februari 2012

Wie wij zijn in Christus

  • Ik ben het zout der aarde (Mattheüs 5:13) en Ik ben het licht der wereld (Mattheüs 5:14).
  • Ik ben een kind van God (Johannes 1:12).
  • Ik ben een rank van de ware Wijnstok, de Bron van liefde (Johannes 15: 1, 5).
  • Ik ben een vriend van Christus (Johannes 15:15).
  • Ik ben door Jezus Christus uitgekozen om op weg te aan en vrucht te dragen (Johannes 15:16).
  • Ik ben een dienaar van de gerechtigheid (Romeinen 6:18). Ik ben een dienaar van God (Romeinen 6:22).
  • Ik ben een kind van God; God is mijn geestelijke Vader (Romeinen 8: 14, 15; Galaten 4:6).
  • Ik ben een mede-erfgenaam van Christus en heb deel aan het erfgoed van God (Romeinen 8:17).
  • Ik ben Gods tempel. Zijn Geest en zijn leven wonen in mij (1 Korintiërs 3:16, 6:19).
  • Ik heb mij aan de Heer Jezus gehecht en ben één geest met Hem (1 Korintiërs 6:17).
  • Ik ben een lid van het lichaam van Christus (1 Korintiërs 12:27; Efeziërs 5:30).
  • Ik ben een nieuwe schepping (2 Korintiërs 5: 17).
  • Ik ben verzoend met God en Hij heeft mij de bediening der verzoening gegeven (2 Korintiërs 5:18, 19).
  • Ik ben een zoon van God en ik ben in Christus één met andere christenen (Galaten 3: 26, 28).
  • Ik ben een heilige (Efeziërs 1:1, 1 Korintiërs 1:2, Filippenzen 1:1, Kolossenzen 1:2).
  • Ik ben een maaksel van God, in Christus Jezus geschapen om zijn werk te doen (Efeziërs 2:10).
  • Ik ben een huisgenoot van God (Efeziërs 2:19).
  • Ik ben een gevangene van de Heer Jezus (Efeziërs 3:1, 4:1).
  • Ik ben rechtvaardig en heilig (Efeziërs 4:24).
  • Ik ben een burger van het rijk in de hemel, het rijk van God en ik heb daar nu al een plek in (Filippenzen 3:20, Efeziërs 2:6).
  • Ik ben verborgen (veilig) met Christus in God (Kolossenzen 3:3).
  • Ik ben een uiting van het leven van Christus, omdat Hij mijn leven is (Kolossenzen 3:4).
  • Ik ben door God uitverkoren, heilig en geliefd (Kolossenzen 3:12, 1 Tessalonicenzen 1:4).
  • Ik ben een kind van het licht en niet van de duisternis (1 Tessalonicenzen 5:5).
  • Ik heb deel aan de hemelse roeping (uitdaging, bestemming, Hebreeën 3:1).
  • Ik ben een levende steen en laat me gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis (de gemeente, 1 Petrus 2:5).
  • Ik hoor bij een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie, een volk dat God zich verworven heeft (1 Petrus 2:9, 10).
  • Ik ben een vreemdeling ver van huis en woon tijdelijk in deze wereld (1 Petrus 2:11).
  • Ik ben een vijand van de duivel (1 Petrus 5:8).
  • Ik ben een kind van God en ik zal gelijk zijn aan Jezus Christus als Hij terugkomt naar deze aarde (1 Johannes 3:1, 2).
  • Ik ben uit God geboren. Het kwaad, de duivel, heeft geen vat op mij (1 Johannes 5:18).
  • Ik ben niet de grote ‘Ik ben’, dat is God en zijn Zoon Jezus (Exodus 3:14, Johannes 8: 24, 28, 58). Maar door de genade van God ben ik wat ik ben (1 Korintiërs 15:10).

Overgenomen uit het boek “Overwinning over duisternis” van Neil Anderson. Lees deze lijst één of twee keer per dag, en doe dat een aantal weken achter elkaar. Lees hem door, als u het gevoel hebt dat satan u wil laten geloven dat u een grote mislukkeling bent en dat er niets van uw christen-zijn terechtkomt. Hoe sterker we staan in Christus, hoe meer dat te zien zal zijn in onze manier van denken over de dingen, onze emoties en onze beslissingen. En uiteraard komt dat dan ook tot uitdrukking in onze manier van doen, ons gedrag

Geen opmerkingen: