maandag 27 februari 2012

Groei een must? (1)

Is geestelijke groei een must of een liefhebberij, een hobby voor fanatiekelingen?

2 Petrus 3:17 Geliefde broeders en zusters, u weet van tevoren wat er gaat komen. Wees daarom op uw hoede en laat u niet meeslepen op de dwaalwegen van wettelozen. Laat uw standvastigheid niet varen, 18 maar groei in de genade en in de kennis van onze Heer en redder Jezus Christus. Hem komt de eer toe, nu en in eeuwigheid. Amen.

Efeze 4:13 totdat wij allen samen door ons geloof en door onze kennis van de Zoon van God een eenheid vormen, de eenheid van de volmaakte mens, van de tot volle wasdom gekomen volheid van Christus. 14 Dan zijn we geen onmondige kinderen meer die stuurloos ronddobberen en met elke wind meewaaien, met wat er maar verkondigd wordt door mensen die tot alles in staat zijn wanneer ze anderen listig en doortrapt op een dwaalspoor willen brengen. 15 Dan zullen we, door ons aan de waarheid te houden en elkaar lief te hebben, samen volledig toe groeien naar hem die het hoofd is: Christus.

Als ik deze teksten lees, komt daarin sterk naar voren dat de context van de gelovigen er een is van bedreiging. Deze bedreiging staat in het teken van dwaling.
In 2 Petrus gaat het met name over praktische dwalingen van 'wetteloze mensen'. Het gaat blijkbaar over besmettelijk gedrag, waar je voor uit moet kijken. Een snelle blik op hoofdstuk 2 van die brief maakt wel duidelijk waarom je voor hen uit moet kijken.
Waarschijnlijk gaat de waarschuwing in 3:17 over dezelfde mensen als die in hoofdstuk 2 beschreven staan met de volgende woorden:

2 Petrus 2:17 Droogstaande bronnen zijn het, mistflarden die door een wervelwind voortgejaagd worden. De diepste duisternis wacht hun, 18 want met loos gebral en schaamteloze uitspattingen verleiden ze hen die zich nog maar net hebben losgemaakt van degenen die dwalen. 19 Ze beloven vrijheid, maar zijn zelf slaven van het verderf, want waar men door beheerst wordt, daarvan is men slaaf. 20 En als zij die zich door hun kennis van onze Heer en redder Jezus Christus hebben losgemaakt van het vuil van de wereld, daar weer in verstrikt raken en er opnieuw door worden beheerst, zijn ze er erger aan toe dan voorheen.

In Efeze 4 lijkt het meer te gaan over echte dwaalleer, dus dwaling op het gebied van leerinhouden. Let maar op de term 'verkondigd'. Vers 13 van Efeze 4 schetst het ideaal: een geestelijke groei, in corporatief verband, die de statuur van Christus heeft bereikt. De grootte van de volheid van Christus is de maat voor de groei. Die kant moet het op. De gemeente moet volwassen worden ('volmaakt' kan als 'volwassen', 'volgroeid' of 'volledig' worden vertaald).
Deze groei wordt getypeerd door twee woorden: eenheid van geloof en kennis van Christus.

De gelovigen worden opgeroepen te groeien in geloof, en daarin ook een eenheid zien te bereiken (zie Ef. 4:1-6). Deze eenheid is zelf een garantie voor vastheid en stabiliteit. Wanneer er geen eenheid in de gemeente is, is de gemeente geen stabiele basis voor haar leden, en zeker niet voor jonggelovigen. Ik neem aan dat geloof hier opgevat moet worden naar haar leerstellige kant, de geloofsinhouden, en niet zozeer groeien in het geloof dat bergen kan verzetten, het vertrouwen dat God bij machte is dingen te doen die bij de mensen onmogelijk zijn.

De gelovigen worden ook opgeroepen te groeien in de kennis van de Zoon van God. Groeien in de waarheid is belangrijk (zie vs. 15). Jezus zelf is die waarheid. Wie Hem beter leert kennen, groeit inniger naar Hem toe. Wie Christus goed kent, laat zich niet zoveel wijs maken en dus ook niet meer van de wijs brengen.

Het moge duidelijk zijn dat dit kennen geen theoretisch kennen is, maar een relationeel kennen. Daar hoort echter wel bij dat je de dingen over Christus gelooft, zoals je die door Zijn apostelen zijn overgeleverd, die het zelf weer van de Heere hebben ontvangen (cf. 1 Kor 15:1-3).
Als dit plaatsvindt (ik vermijd te zeggen: plaatsgevonden heeft, want zal dit ooit een afgesloten proces kunnen zijn?), dan wordt ook steeds meer werkelijkheid wat vers 14 zegt: gelovigen zijn dan geen onmondige kinderen meer, die iedereen iets wijs kan maken. Die bij elke wind uit een andere hoek meewaaien ('ja, daar zit ook wel wat in'); die op elke stroom zich stuurloos laten ronddobberen, en op den duur geen gevoel meer voor richting hebben. Geen onmondige kinderen meer, maar volgroeide volwassen. Volgroeid in kennis, in geloof, in liefde, in waarheid.
En dat kan alleen maar wanneer je groeit vanuit Christus en naar Hem toe (vs 13, 15, 16).

Geestelijke groei een optie? Dat is maar hoe je ernaar kijkt. Wie zich wil behoeden voor 'allerlei wind van leer' en geen dwaalwegen wil inslaan in praktische en leerstellige zin, moet terdege zorgen dat hij geestelijk groeit. Niet als doel op zich, maar - negatief - om niet verleid te worden, en - positief - om dicht bij de Waarheid te blijven. Vanuit dit gedeelte mogen we zelfs zeggen: om dichter bij de Waarheid te komen. En de Waarheid is een Persoon.

Zo is geestelijke groei belangrijk om stabiel te worden. En dat niet als een leuk persoonlijk doel, maar vanuit bittere noodzaak (anders val je om), én omdat het iets weergeeft van Christus' karakter zelf: His steadfast love and truth.

Geen opmerkingen: