dinsdag 28 februari 2012

Groei in de diepte, maar dan anders

Geestelijke groei - het klinkt eigenlijk best wel opgewekt. Misschien voor sommige mensen zelfs een beetje triomfalistisch. 'We moeten geestelijk groeien' klinkt als 'we moeten zorgen dat we verder komen.' Stilstand is immers achteruitgang.


Je zou gemakkelijk vergeten dat groeien ook de gestalte van het kruis kan hebben. Wat bedoel ik daarmee? Net zoals bij Jezus de weg naar de heerlijkheid via het lijden ging, zo gaat onze weg ook in dat patroon door lijden naar heerlijkheid heen.


Jezus zei:

‘Waarachtig, ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht. Wie zijn leven liefheeft verliest het, maar wie in deze wereld zijn leven haat, behoudt het voor het eeuwige leven.’ (Joh. 12:24-25)


Vruchtbaar zijn gaat niet buiten sterven om. Nu is het waar: Jezus is al gestorven. Moeten wij dan ook nog sterven? Wij zijn toch met Hem gestorven? Dat laatste is ook waar, en moet ook zeker eerherstel krijgen in onze theologie. We zijn reeds met Christus gestorven (Kol. 2:20; Gal 2:20; Rom. 6).


Maar aan de andere kant is er nog een sterven achter Christus aan dat openstaat. Jezus zegt het immers als een principe dat voor iedereen geldt. Wie vrucht wil dragen, moet sterven. Natuurlijk denken we dan niet in de eerste plaats aan fysiek sterven, maar aan een geestelijk proces. Tenminste... In de Vroege Kerk kon het best zo zijn dat men dit sterven ook en vooral fysiek opvatte, wanneer men deze tekst las. Met name in tijden van vervolging, wanneer het martelaarschap de logische consequentie was van het discipelschap.


Sterven aan jezelf. Geen populaire boodschap vandaag de dag. Wij leren juist om sterk te zijn, om onze eigen naam te vestigen. Om voor onze rechten op te komen. En is het niet ook ingeschapen, dat een mens wil leven? Elk redelijk levend wezen zal vechten tegen de dood.


Er is nog een sterven achter Christus aan dat openstaat. Paulus heeft het erover. In Filippenzen 3 zegt hij zo vurig: ‘Ik wil Christus kennen’ (vers 10). En daar stoppen we vaak. Mooi nietwaar, dat Paulus in een gevorderd stadium van zijn geestelijk leven, met zijn staat van dienst, zijn Christuskennis, nog steeds zegt: ik wil Hem leren kennen, beter leren kennen.


Maar we moeten de tekst wel verder lezen: ‘Ik wil Christus kennen … en de kracht van zijn opstanding ervaren, ik wil delen in zijn lijden en aan hem gelijk worden in zijn dood, in de hoop misschien ook zelf uit de dood op te staan.’ (Fil. 3:10-11)


Paulus wil Jezus in alles gelijk worden, ook in Zijn dood. Zo wil hij Hem beter leren kennen, door Zijn patroon van dood en opstanding ook aan den lijve te ondervinden. Ik vermoed dat Paulus dit in de context van de verdrukking heeft bedoeld. Hij zat immers ook ten tijde van het schrijven van de Filippenzenbrief gevangen.


En lees ook eens dat diepe maar mysterieuze hoofdstuk 2 Korinthe 4.

We dragen in ons bestaan altijd het sterven van Jezus met ons mee, opdat ook het leven van Jezus in ons bestaan zichtbaar wordt. Wij levenden worden altijd omwille van Jezus aan de dood prijsgegeven, opdat in ons sterfelijke bestaan ook het leven van Jezus zichtbaar wordt. Zo is in ons de dood werkzaam, en in u het leven. (2 Kor. 4:10-12)

Ik denk dat we hier moeten denken aan een meer dan geestelijk sterven. Het sterven heeft hier een duidelijke fysieke component. Paulus spreekt hier binnen de context van verdrukking, wederom. Duidelijk wordt dat door vers 8-9:


We worden van alle kanten belaagd, maar raken niet in het nauw. We worden aan het twijfelen gebracht, maar raken niet vertwijfeld. We worden vervolgd, maar worden niet in de steek gelaten. We worden geveld, maar gaan niet te gronde.

Zie ook een vers als Rom 8:36 Er staat geschreven:


‘Om u worden wij dag na dag gedood en afgevoerd als schapen voor de slacht.’


Nu zal dit niet meteen de werkelijke dood zijn die hier plaatsvindt, getuige dat Paulus dit nog kan schrijven. Maar wel wordt het uiterlijke bestaan bedreigd en getekend. De dood is de uiteindelijke consequentie van dit lijden. Het uiterlijk bestaan degenereert:


… Ook al gaat ons uiterlijke bestaan verloren, ons innerlijke bestaan wordt van dag tot dag vernieuwd. (2 Kor 4:16)

Temidden van dit stervensproces, wat kun je dan nog vasthouden aan je zelf? Dit fysieke lijden heeft als bijna onmiddellijke consequentie dat je ook psychisch sterft aan jezelf.


En op een of andere diep-merkwaardige manier komt uit dit proces het leven voort: ‘opdat ook het leven van Jezus in ons bestaan zichtbaar wordt’ (2 Kor 4:10).


Wie weet hoe dit ‘werkt’ mag het zeggen… Ik blijf me in elk geval verwonderen over deze tekst, ik blijf erop kloppen, en wie weet begrijp ik hem over 30 jaar…


Geen opmerkingen: